Henrik Scholte
aan
Menno ter Braak

[10 september 1931]

Beste Menno,

Uit bijgaande stukken zie je, dat de meerderheid van het H.B. tegen de oppositie van Huyts en de afd. Rotterdam, Den Haag en Leiden geen kans heeft. Statutair niet, omdat 3/4 van het totaal aantal stemmen noodig zouden zijn en deze sterke afdeelingen hebben waarschijnlijk elk 2 stemmen. Bovendien, als men persé wil doorzetten, na argumenten pro en contra gehoord te hebben, dan zullen wij onze zin niet doordrijven en daarmee de verantwoordelijkheid voor opheffing en afwikkeling op ons nemen. Het is onze overtuiging, dat de oude geest der Filmliga geheel verdwenen is en dat zij, als instrument in de handen van de filmprollen een smadelijker nederlaag zal lijden dan thans, waardoor eerst op den duur bewezen zal worden, dat het gelijk aan onzen kant was.

Des te meer reden, om thans het maandblad Filmliga weer op te richten. Van Nijgh & van Ditmar krijg ik vóór 12 Sept. uitgewerkte plannen. Zijlstra was voor alles en vermoedelijk zal de geheele opzet doorgaan, zooals wij hebben afgesproken. Ik heb in Rotterdam een uitvoerig onderhoud met Otten gehad, die als redactiesecretaris wil optreden, indien Zijlstra met f.500 vergoeding akkoord gaat (heb deze heden vervroegd aangevraagd, daar ik ze dan ook vóór 12 Sept. nog overschrijven kan meedeelen). Je kunt er dus met hem over praten. Maar let wel, hij wordt niet gevraagd als redacteur. In het bizonder nu hij vermoedelijk jouw opvolger in de Filmliga wordt, is dat voor de handhaving van het oude standpunt (Jordaan, jij en ik) trouwens minder dan ooit gewenscht. Zijlstra wil spoedig beginnen. (heb deze heden vervroegd aangevraagd, daar ik ze dan Otten vóór 12 Sept. nog [drie woorden onleesbaar]).

Ik heb Clausen reeds voorloopig gesproken. Alles hangt er natuurlijk van af of hij de schulden uit het Liga-verband volledig betaald krijgt. Zijn vordering, die ik opvroeg, is f. 333.01. Met Bon, Ivens en van Wessem zal ik de zaak schriftelijk regelen en hun een vast medewerkerschap voorstellen. Filmliga III 9/10 moet dan nog uitgegeven worden, ook ter wille van de reclame. Inhoud o.a.: mijn speech voor de 12e, jouw vorig jaarverslag en dat van dit jaar; Oproep C.I.D.A.L.C.; wellicht het scenario, dat er nog steeds ligt, etc.

De zaak is thans deze: alle afdeelingen hebben convocatie voor de 12e en zij, die er de 29e niet waren, bovendien het resumé, beiden waarvan ik je afschrift stuur.

Jij moet dus alleen voor je schriftelijk rapport verzorgen (doen! kan kort zijn, echter Tuschinski-zaak, Uitkijk-stront, decentralisatie vermelden) en voorts voor je finantieele afrekening.

Dit laatste heeft, gelijk te verwachten was, Zaterdag j.l. heel wat voeten in de aarde gehad. Ik heb gezegd, dat je nog met vacantie was en de complete crediteurenlijst voorgelezen. Volgens vergadering moeten particuliere posten (jij, ik, zaalhuur) eerst voldaan worden. Dan de bonafide-vordering Clausen. De vordering Uitkijk ad f. 445- wordt overgeheveld naar het nieuwe bestuur (dit weet dit reeds). De kwestie is nl., dat de vordering ad f. 445- op zichzelf niet te bestrijden valt; dat echter het nieuwe H.B., indien het nog met de Uitkijk in zee gaat, in de eerste plaats voldoening zal eischen van oude eischen, op grond van ‘condictio ex injusta causa’ in reconventie: nl. f. 300.- van ‘Miracles’ (sindsdien geëxploiteerd),[-]

 

Origineel: Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie