Menno ter Braak
aan
H. Marsman

Rotterdam, 12 mei 1933

R'dam, 12 Mei '33

B.H.

Zoojuist je narede bij ‘tegenonderzoek’ gelezen! Bijzonder geslaagd, vind ik, persoonlijk, eerlijk, zonder te veel persoonlijkheid, en als geheel een goede karakteristiek van Eddy, ook al leg ik het accent elders. Het boekje zelf vind ik wat waterhoofdig door het enorme debat over de poëziequaestie, maar misschien komt het, omdat de omstreden punten voor mij al tot de scholastiek behooren; ik denk er zelf nooit meer over en beschouw het probleem als afgedaan. Het stuk over Slau is uitstekend, de ‘aanval’ op mijn doodsklok van Havelaar ook (ik geneerde me bij het herlezen van mijn eigen ‘ethische zeever’!).

Hartelijk dank voor je intensieve bemoeiingen inzake ‘Coster’! Ik heb de  20 ontvangen en ben dus weer wat meer geassureerd tegen de ev. schade. Hoe zal het overigens gaan? Theun de Vries heeft al aan v. Kampen geschreven, dat hij de uitgave een wonderlijke en zeer laakbare daad vindt van een verder ‘uiterst faire uitgeverij’, en dat hij het boekje dus ‘vernietigend moet recenseeren’, of zooiets. Deze heeren worden wel erg dik.

Natuurlijk zend ik je een ‘Dumay’ in boekvorm, en ik houd me aanbevolen voor een dito ‘Angèle’. Dergelijke uitwisselingen zijn geheel afgezien van de litteraire appreciatie prettig.

Je stuk over Parijs las ik met instemming! - Ik ben bezig met de laatste stukken van mijn boek, hoop er voor de groote vacantie mee klaar te zijn. Je kunt het dan in manuscript lezen; er is nu waarschijnlijk vòòr de uitgave alle tijd.

Zeg, zouden we op Hemelvaartdag niet een afspraak kunnen maken? Dat lijkt me zoo poëtisch! Ik ben natuurlijk Woensdagmiddag al vrij. Reageer eens.

hart. gr. voor jullie beiden

je Menno

 

Origineel: Den Haag, Koninklijke Bibliotheek

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie