H. Marsman
aan
Menno ter Braak

15 augustus 1937

15-VIII '37

Beste Menno,

Toen ik Th. Mann onlangs over je ‘Carnaval’ schreef wees ik hem op de overeenkomstige problematiek van zijn [vroegere] werk en het jouwe. Wist jij toen je het Carnaval schreef dat Mann vroeger ook werd beheerscht door de controverse dichter – burger?

Als ik je Politicus hier had – misschien toch ook nog even je dissertatie, het Carnaval en het Démasqué, zou ik denkelijk dezer dagen over je schrijven – nu stel ik het misschien uit tot het najaar.

Sjestow boeide mij destijds zeer, ik was altijd al van plan het boek nog eens te lezen. Ik schreef ook over Tolstoï en --- en ‘Potestas Clavium’

Mann’s Betrachtungen eines Unpolitischen formuleerden schitterend – hoewel bij stukken vrij taai – ook mijn vroegere standpunt. Ik las het in ’34 pas en werd weer volkomen meegesleept door mijn verleden.

Stuur mij eens wat Vestdijk over je schreef. De bespreking van Bruning zond hij mij op mijn verzoek. Het is wat haastig geschreven, maar hij zegt enkele dingen die ook mij troffen. Toch zou ik over je realtie tot Nietzsche meer gezegd willen zien – misschien doe ik het zelf.-*

Zend mij ook het stuk van v. Heugten, waarvan Dick B. vertelde dat het je ergerde. Ik vond zijn stukken soms lang niet slecht.

* Alleen ben ik bang, dat die vergelijking van huis uit onbillijk is tegenover jou; aan den anderen kant lok en daag je haar uit.-

Is Eddie nu gekalmeerd? Ik hoor van Jan Greshoff dat hij een sinistere correspondentie met jullie voert over Saks. Ik hoor weinig van hem.

Hier alles wel. Op den duur wat te primitief, vooral het huishoudelijke gedoe, dat Rien te veel tijd kost.

Hart. gr. van huis tot huis.

je H.

Origineel: particuliere collectie

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie