Menno ter Braak
aan
H. Marsman

Den Haag, 3 november 1939

Den Haag, 3 Nov. '39

Kraaienlaan 36

Beste Henny

Je inleiding voor de Slauerhoff-uitgave heb ik ontvangen en thans in circulatie gegeven aan de leden van de commissie; met het verzoek het manuscript zoo spoedig mogelijk naar Zijlstra door te zenden. Het stuk lijkt me heel geschikt voor het doel; een klein beetje omslachtig hier en daar, maar ook met zeer juiste opmerkingen.

Ik ben er niet van bewust ‘brieven en verzoeken’ niet beantwoord te hebben! Niet, dat ik veel van me heb laten hooren; maar van jou heb ik ook taal noch teeken gehoord: dus op welk verzoek ik had moeten antwoorden, weet ik niet. Eén verzoek om proeven wilde ik juist beantwoorden, toen ik bericht van je kreeg, dat die proeven je al bereikt hadden. In de afgeloopen maanden ben ik zoo weinig ‘beschikbaar’ geweest voor correspondentie, zoowel door drukte als door de internationale spanningen, dat ik alleen het hoogst noodige heb verstuurd aan dezen en genen. Alleen aan Jan Greshoff, die op post leeft, heb ik vrij veel geschreven; maar het blijkt wel, dat de verbinding met Zuid-Afrika practisch niet meer als normale communicatie bestaat. Onlangs kreeg ik zes brieven van Jan met één post, terwijl er nu al weer een langdurig zwijgen op is gevolgd. Het schijnt, dat de luchtpost uit Afrika (en vermoedelijk ook naar Afrika) in Engeland onmogelijk lang wordt opgehouden. Van Jan overigens bijna niets dan sinistere indrukken; hij voelt zich vereenzaamd en afgesloten.

Wat mij betreft: ik vergeet soms den oorlog, maar ik kom tot niets van grooter formaat. De gedachte, dat iedere dag de aanval van het moffentuig op het Westen weer kan beginnen, maakt het me onmogelijk langer dan een paar dagen vooruit te denken. Opportunisme in de practijk! Onze vriend Anton van Duinkerken heeft juist in ‘De Gemeenschap’ een twintig pagina's losgelaten tegen mijn ‘Nieuwe Elite’; een zoo onfrisch en zelfs leugenachtig soort polemiek, dat ik er niet op in zal gaan. God beware ons ook voor een dictatuur van Rome!

Hier is verder alles wel. Wij troffen Eddy en Bep gelukkig in heel goede conditie aan na hun ietwat avontuurlijke bootreis. Eddy is niet veel veranderd, zijn strijdbaarheid is minstens even groot als vroeger. Ik ben erg blij, dat hij terug is; het werd hier wel heel erg stil.

Je ontvangt toch de Vaderlanden geregeld? Ik heb Zijlstra geschreven, dat je  250 p.p. honorarium wenscht, en dat mij dit zeer redelijk lijkt.

Het beste!

Ons beider hartelijke groeten,

ook voor Rien,

je Menno

 

Origineel: Den Haag, Koninklijke Bibliotheek

 

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie