P.H. Ritter Jr.
aan
Menno ter Braak

Burgh (Zeeland), [20 augustus 1931]

Het Duinhuys, Westen Schouwen, Burgh (Zeeland)

 

Zeer geachte Heer ter braak,

Ik heb Uw causerie over Point counter Point met bewondering gelezen. In censureel opzicht heb ik maar twee vragen, die zijn aangeduid op de door mij met x en xx aangemerkte pagina's. Zoudt U de door mij aangestreepte woorden niet willen zeggen? Ik ken de Heeren van de Censuur en heb er bittere ervaringen mee, wat er gebeurt, wanneer het heilige huisje van het Christendom wordt aangetast.

Eenmaal is een m.i. dood-onschuldige lezing om die reden verboden. U zult zeggen: ‘Huxley doet het zelf’, maar dat komt er minder op aan. Indien U aan mijn verzoek wilt voldoen, blijft Uw radio-rede echter zoo goed als heelemaal intact. Bij Uw radio-rede die mij naar mijn vacantie-adres werd nagezonden, trof ik Uw syllabus niet aan. Zoudt U misschien (aangezien Uw copie getypt is, en U daarom wel een doorslag zult hebben) een exemplaar van Uw syllabus rechtstreeks aan de Redactie van de Radio-Bode Keizersgracht 107 te Amsterdam willen toezenden?1) Liefst met portret en liefst zoo spoedig mogelijk. En wilt U mij dan met een enkel woord naar mijn vacantie-adres berichten, of U mijn censureele verzoeken kunt inwilligen? Bij voorbaat dank voor Uwer bemoeiingen. Op 29 Augustus a.s. hoop ik weer te Utrecht te zijn.

Met Hoogachting en vr.gr.

P.H. Ritter Jr.

 

1) Hierbij is haast, s.v.p. datum van de lezing in den syllabus te vermelden.

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie