H.A. Gomperts
aan
Menno ter Braak

Amsterdam, 22 augustus 1939

Amsterdam, 22 Aug. '39

 

B.t.B.

Hartelijk dank voor het Vaderland. Het is tussen allerlei onbegrip, dat er evenmin gras over laat groeien, om zich bij mij aan te dienen, een weldaad, om deze proeve van begrip te ontmoeten. Al kan ik natuurlijk de localisering van mijn dichtsel, die je geeft, niet verifiëren, omdat iedere brug tussen mijn mening over anderen en die over mij zelf, bij mij ontbreekt, toch kan ik, wat je over ‘beïnvloeding’ schrijft, slechts als volkomen juist erkennen (en tevens enige andere karakteristieken, de waardebepaling daargelaten.) Inderdaad: Leopold. En inderdaad niet: Greshoff, ook niet als tegenwicht. Ik zou in de eerste plaats Menno ter Braak voor die ‘tegenmelodie’ aansprakelijk willen stellen. Ik weet niet, of hij die aansprakelijkheid accepteert, maar ik stel mij voor, mettertijd, als er niet te veel oorlog tussen komt, van deze ‘invloed’ gemotiveerd te getuigen. Als het er op aan komt, sta ik niet aan de kant van de dichters. ‘La poésie, que Dieu me pardonne, doit être un peu bête’, heeft Ronsjkine gezegd. En daarmee is ook het geringe belang van het spel met klankjes en woordjes aangeduid. Maar goed, ik geloof, dat we het in dat opzicht wel eens zijn. Er staan vanmorgen zulke verbijsterende dingen in de krant, dat zelfs de grootste controversen op dat gebied ridicuul worden en over een paar dagen misschien volledig overspoeld. Ik had niet de fatalistische instelling van verleden jaar en heb moeite die nu terug te vinden.

Mijn plan, om met Dekking bij jullie te komen, zal wel binnenkort uitgevoerd worden, misschien zeer binnenkort, ik schrijf dat nog wel.

Mijn beste groeten, ook aan Ant

tt.

H A Gomperts

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie