Menno ter Braak
aan
H.A. Gomperts

Den Haag, 31 oktober 1939

Den Haag, 31 Oct. '39

 

B.G.

Hartelijk dank voor je briefje, door de intentie waarvan ik me zeer getroffen voel. Niemand liever dan jou zou ik de afstraffing van den Brabantschen paap toevertrouwen, maar doe het woord alleen, als je er zin in hebt. Ik geloof, dat hij dan als was in je handen zal zijn, en dat er een geur van gecompromitteerde wierook zal achterblijven. Het gekke is, dat ik altijd weer tracht te gelooven aan den eerbare motieven van zoo iemand; maar in dit geval kan ik ze heusch niet ontdekken.

Kom een en ander even bespreken, met Van der Vies. Zaterdag b.v. (behalve 's avonds) ben ik vrij, Vrijdag niet Donderdag de heele dag vrij, waarschijnlijk.

hart.gr. je MB

 

Ik zou in dit speciale geval, wat de plaats betreft, toch meer voor ‘Werk’ voelen dan voor ‘Gr.Ned.’, omdat ik daarin een kroniek schrijf en er dus min of meer aan ‘verbonden’ ben. Maar dat is alles van ondergeschikt belang.

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie