Ant Faber
aan
Menno ter Braak [Rotterdam]

Zutphen, 24 februari [1932]

Zutfen. 24 Febr.

 

Beste Menno.

Dit wordt maar een kort episteltje. 'k Heb niet eerder tijd gehad om je te schrijven, had een tante uit het Noorden te logeeren en twee kinderen v.d. Bergh v. E. Vader is Donderdagmiddag in de kamer aanwezig. Dat is dus in orde! Surinaamsche begrooting.

'k Was blij met je brief en zeer verheugd over wat je schreef. Ik kan er nu geheel mee accoord gaan.

Ja, ik geloof ook zeer zeker dat de kleinigheden de grootste waarde vertegenwoordigen in het leven en eigenlijk het leven bepalen en waaruit de groote problemen weer voortkomen.

Het hoofdstuk ‘Burgers’ uit het Carnaval heb ik nog niet gelezen. Als je tantes te logeeren hebt, kan je nu eenmaal niet veel lezen. Ik schrijf er in elk geval deze week nog over. Mijn bedoeling was eigenlijk een uiteenzetting uit te lokken over het begrip ‘onsociaal’. Maar daarover kunnen we nu misschien beter eens praten. Dit loopt er in elk geval paralel mee.

Met Vader ook natuurlijk nog niet geconfereerd. 'k Heb hem nog niet alleen te pakken kunnen krijgen. Misschien vanavond als Z.Ed. niet te vermoeid is, want het zal een langdurig onderhoud dienen te worden, want ik zal me toch ook moeten verantwoorden, waarom ik niet meer in het eens gekozen vak wensch door te gaan, waarom ik in geén geval meer naar Amsterdam kan terug gaan.

Verder zie ik hem vermoedelijk de heele week niet meer, en de volgende week ook weinig, dus de tijd dringt!

5 Maart moet ik weer in Amsterdam zijn om het syndicalisme van Clara Meyer-Wichman te bestudeeren. 'k Vermoed, dat ik minder consequent zal zijn dan de vorige keer, en zeer gemakkelijk tot de bios ben over te halen. 'k Moet Zondag weer naar huis. 'k Weet eigenlijk wel vooruit, dat ik de ‘studieavond’ aan m'n laars lap, dus kan eigenlijk, indien jij dat liever hebt, ook wel in Rotterdam komen.

Je schrijft toch deze week nog wel even?

'k Ga morgenavond eens naar Arnhem een bioscoopje pakken. 'k Heb zin er eens uit te gaan.

Dag!

Hart. gr.

Ant

 

'k Had steeds solliciteerende Heeren aan de deur voor de vacaturen aan de H.B.S. 'k Moest telkens even aan jou denken. ‘Nee Mijnheer, tot mijn spijt is de ds. niet thuis’. Ben je al in A'dam geweest?

Dag.

Ant

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie