Ant Faber
aan
Menno ter Braak [Rotterdam]

[Scheveningen], 19 december 1932

Lieve Menno

'k Heb zin om even te kwebbelen; 'k zit nog steeds in huis en ’t verveelt me nu. Niet, dat ik me verveel, maar ik moet aldoor andere dingen doen, dan ik zou willen en de eenzaamheid verveelt me eenigzins. Een mensch is daar ook niet voor geschapen, 't is bij tijd en wijle toch een gezelligheidsdier. Met het werk schiet ik vanavond niet op; 't is hiernaast lawaaig, de Heer Koster zingt liedjes met valsche guitaarbegeleiding. 'k Heb nu 15x m'n kamer op en neer geloopen, 140 stappen, je wordt zoo stijf van al dat zitten. 'k Heb m'n excerpten omtrent de kerk en haar stroomingen allemaal uitgewerkt, heb verder niets anders gegeten als steeds maar weer macaroni, die ik niet meer kan zien, zoodat ik die beide begrippen, kerk en macaroni, niet goed meer van elkaar kan scheiden en van beide misselijk ben. Maandag ga ik over op het Bankwezen en verlustig mij dan in groote sommen op papier. Ik wilde wel graag een mooie avondjapon daarvan koopen. Morgen ga ik er weer uit, eet in de v. Bleiswijkstraat, 'k heb nog wel een dikke keel, maar 'k heb er schoon genoeg van. Vanmorgen tot 12 uur heb ik me aan Couperus gewijd, maar ik werd er zoo somber van en wat ongeduldig.

'k Vond het zoo plezierig, dat je hier was Donderdag. Ik bestudeer mezelf met veel genoegen tegenwoordig en verheug me, dat ik me zoo geheel normaal ontwikkel, al is het dan wat langzaam, maar dat is ook wel weer goed geloof ik, anders loop je de kans, dat je achter je eigen ontwikkeling aanloopt.

Toch vind ik de liefde wel lastig. Een vrouw is ook een raar wezen. Verlang jij eigenlijk wel eens erg naar mij. Je denkt natuurlijk wel eens aan me, tenminste dat veronderstel ik, maar verlang je wel eens erg naar mij? Gekke Antje, hè.

'k Ga naar bed, gewapend met de brieven van je vriend Nietzsche voor de Zondagmorgen. 'k Geniet erg van het rose jasje, 'k vind het aldoor gezelliger.

Woensdag heb je lekker vacantie, geluksvogel. Je mag me dan als troost uit Eibergen wel een gezellige brief sturen, je hebt dan de tijd, een echte ‘lulbrief’. Vergeet vooral ‘inhoud en vorm’ niet voor me te bespreken ook waar het de waarheid als een koe betreft, al laat zich zoo'n waarheid niet bespreken, maar alleen aanduiden.

Verder heb je je vouwbeen hier laten liggen, moet ik het terugsturen, of zal ik het met Kerst mee naar Zutfen nemen. Lastig, zeker, om het te missen.

Hoe was het in Brussel op het nachtfeest? Nu geliefde, ik zeg U wel te rusten. Groet allen in Eibergen. Misschien heb ik morgen nog wel wat meer te berichten, maar ik beleef niet zoo erg veel.

Dag!

je Ant

 

Ik ben toch ook nog je ‘vriendin’?

 

Zondagmiddag

 

Vanmorgen moest ik opeens denken aan die Mijnh. v.d. Meulen. Ik vind toch, dat jij in deze questie ongelijk hebt.

Je wilt toch ook dat iemand, die z'n geld in zooiets steekt, daarmee tevens te kennen geeft dat hij belangstelling voor de affaire heeft. (Anders zou je naar een rijke Rotterdammer kunnen gaan, Mees b.v., en hem f 00 vragen, om jou een plezier te doen.) Je verwijt dus de heer v.d. Meulen eigenlijk, dat hij niet geabonneerd is op Forum, wat toch eigenlijk absurd is. 'k Geloof meer, dat het eenige overgevoeligheid bij je is, aangaande Eddy, begrijpelijk. Tenzij, c'est le ton, qui fait la musique, ‘'k weet niet of ik het zal doen, maar laat me dan maar eens zien’. Dan is 't wat anders. Verder, als je zaken gaat doen, schijn je je ook zakelijk te moeten gedragen, 'k ben blij, dat je dit zoo slecht af gaat.

Vanmorgen, 20 bladz. brieven gelezen, wat voor jou niets, maar voor mij heel wat zeggen wil. Ik begrijp nu ook, waarom je op 't oogenblik zoo graag ‘brieven’ leest. De menschen staan er zoo zonder omhaal van woorden.

'k Ga nu weer aan 't werk, 'k ben heel alleen in huis, ik moet daar van profiteeren. Ik kan me slecht concentreeren, dat verdriet me zeer (mooi woord). M'n keel gaat veel beter, ziet er niet zoo naar meer uit, vanmiddag neem ik een taxi naar de Koiters; 'k verlies m'n stem bijna, toch geniet ik zeer van m'n ziekte. Morgen ga ik er weer uit en Dinsdag weer naar Leiden. 'k Ben niet schoolziek hoor! Had je 't goed in Brussel, bij Oome Jan?

Dag hoor,

Tuut v Ant

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie