Menno ter Braak
aan
Ant Faber [Scheveningen]

Rotterdam, 9 februari 1933

Lieve Ant

Deze week ben ik al erg nalatig in het briefschrijven. Ik werd n.l. weer van de ééne naar de andere bijzaak gesleept, en dat verlamt al mijn energie in essentieele zaken. Wat ik blijkbaar noodig heb, is het bekende ‘ongestoorde leven’ van de burgerman. Toch heb ik nog een beetje kunnen schrijven, maar ook al met mate. In vredesnaam, de Paaschvacantie moet dan maar weer veel goed maken. –

De sollicitatie quaestie kwam er ook nog bij. Ik ben gisteren naar Amsterdam gegaan en heb daar de dag gepasseerd o.a. met Pijke Koch, en gelogeerd bij een zekere mr. Debrot; den geheelen avond engelsch gesproken (niet best!), aangezien die Debrot gehuwd is met een Amerikaanse. Vanmorgen bezocht ik toen Rijpma, die zeer joviaal was en wel eenige kans gaf, als ik goed begrijp. Maar ik heb nog geen sollicitatie ingezonden, wil eerst nog eens met jou overleggen. Een H.B.S., groote klassen (van 30 zijn erbij), erg veel correctie; maar Amsterdam ± ƒ5000 per jaar is niet te versmaden; dus ben ik in tweestrijd. Als ik n.l. eenmaal al die rompslomp van de sollicitatie opneem, is het altijd dubbel onaangenaam, als er weer niets van terechtkomt. Laten we het Zaterdag maar eens bespreken. –

Rijpma heeft zich in de meest prijzende bewoordingen over jou uitgelaten; hij was bepaald extatisch op dat moment.

Ik reken er dus op, dat je 10.59 aankomt! Wij hebben het rijk alleen, want Truida is uit, naar Amsterdam.

Aan het plan, om Wim eens op te zoeken en dan met jou terug te reizen, zal ik zeker eens gevolg geven. Maar deze Zaterdag is er filmliga en blijf ik dan maar hier. Vrijdagavond is er ook al een film van de liga, zoodat de visueele genieting hier geen moment van de lucht is.

Het stuk van Eddy in ‘Forum’ beviel mij ook erg goed. Hij is in dergelijke persoonlijke kronkelreacties op zijn best, omdat hij absoluut on-officieel denkt, zich laat denken. De heeren Koch en Debrot waren er beide ook opgetogen over.-

Intusschen mokt Eddy nog altijd een beetje over de panopticumquaestie; ik geloof zelfs, dat hij een beetje ruzie maakt met Bep, want zij schrijven op één vel tegen elkaar in. Ik heb besloten om de zaak in geen geval meer op te halen, want ik heb er werkelijk mijn bekomst van. -

De krant is heerlijk tegenwoordig, met die muiterij bij de ‘Zeven Provinciën’. Vooral de geestdrift om zich dood te laten schieten, die op de ‘Witte’ is ontstaan en zich nu uit langs ingezonden stukken in de N.R.Ct.!

Tot overmorgen dus! 10.59.

Dag! Veel liefs van

je Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie