Ant Faber
aan
Menno ter Braak [Rotterdam]

[Scheveningen], [vermoedelijk 22 mei 1933]

Lieve Menno

De Maandag is al weer om, 't gaat van zelf, zooals je ziet. Je komt dus Woensdag, kunt hier in elk geval logeeren. De voorkamer is vermoedelijk bezet, (de broer van Mevrouw), maar je kunt op mijn kamer slapen en ik op m'n zitkamer; ik wasch me dan heel kuis op de badkamer. Mevrouw had hier tegen niets geen bezwaar, opperde het zelf. Ik heb het haar op de man af gevraagd. Je kunt dus doen, wat je wilt. Ik ben ± 2.15 thuis, maar je kunt er in elk geval wel in. Ik eet hier dan nog een boterham. Doe dus, wat je 't beste uitkomt, we hebben de tijd aan onszelf. 'k Hoop mooi weer!

Hoe is 't met de zenuwen? Werkt de machine goed?

Ik stuur het boekje ‘hierbij’, wist eigenlijk niet, of je 't nog noodig had. Zooeven heb ik naar Zutfen opgebeld, om te horen, hoe 't met Dick was. 't Gaat gelukkig beter, Mineke overdreef geloof ik wel eenigszins, maar hij is nog in Doetinchem in zijn bed. Verder alles goed. Vader ook nog even aan de draad gehad. 'k Heb onze komst Donderdag aangekondigd.

Verder geen nieuws. Tot Woensdag dus. 'k Vind het leuk.

Dag! Groet Truida.

tuut v. Ant

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie