Menno ter Braak (geschreven door Ant ter Braak-Faber)
aan
Nijgh & Van Ditmar N.V.

Den Haag, 20 februari 1935

Pomonaplein 22 den Haag

20 Febr. 1935

Zeer geachte Mejuffrouw van Dijk,

Inderdaad zijn we laat met het inzenden van onze copy. Maar er rijzen telkens zooveel questies, dat de gewone voortgang van zaken er sterk door vertraagd wordt.

Hierbij zend ik U een romanfragment van den Heer du Perron; verder een stuk proza van den Heer Slauerhoff, waarvan een gedeelte reeds gezet was voor ‘Het verboden Rijk’, maar dat toen niet in dat boek is opgenomen; vermoedelijk is het gemakkelijker, dat het even opnieuw gezet wordt, daar er toch allerlei fragmenten weer uit geschrapt zijn. De proef kunt U het beste zenden aan du Perron; deze weet er van en het verspoedigt de afwerking.

Enkele gedichten van den Heer Vestdijk worden reeds een vorige keer gezet; verder ligt er nog een gedicht ‘De oude man spreekt’ van R. Kuipers, dat nu ook meekan en hierbij in sluit ik nog een vers van den Heer Roest Crollius.

‘Virginia’ moet nog weer een maand blijven liggen. Voor het April-nummer komt dan tevens de reeds gezette novelle van Vestdijk aan de orde.

Verder is er niets aanwezig; hopenlijk kan dus alles nog op tijd in orde komen.

Met vr. groeten

Hoogachtend,

 

Doorslag: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie