Nijgh & Van Ditmar N.V.
aan
Menno ter Braak

Rotterdam, 3 april 1935

3 April 1935.

Den weledelzeergeleerden Heer

Dr. Menno ter Braak

Pomonaplein 22

Den Haag.

Beste ter Braak,

Ik mag je brief van Dinsdag niet heelemaal onbeantwoord laten, omdat het allerminst mijn bedoeling was je iets te verwijten. Ik weet natuurlijk heel goed dat de Vlamingen de oorzaak zijn geweest van de vertraging in het verschijnen van de novellenbundel.

Mijn bedoeling was slechts je te waarschuwen om, wanneer er een plan is - hetgeen in de toekomst ook kan voorkomen - er verder met niemand over te spreken. Het is mij nu wel duidelijk, dat èn Marsman èn du Perron trachten voor Querido zieltjes te winnen en dus ben ik op mijn hoede.

Ik zal niet nalaten aan Helman je groeten over te brengen en daar hij nog eenige tijd in Holland blijft, is de gelegenheid zeker niet uitgesloten, dat jullie elkaar nog eens ontmoet.

Met hartelijke groet,

D. Zijlstra

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie