E. du Perron
aan
Menno ter Braak

Bellevue, [25 mei 1933]

Bellevue, Donderdag.

(door allerlei rotzooi heen - het wordt een refrein.)

Beste Menno,

Accoord met alles uit je brief, in het bizonder met je opmerkingen over Malraux en Maulnier. Ik las Maulnier nog niet, maar ben er toch zeker van dat het zoo moet zijn als jij zegt. Ik zal Malraux eerstdaags je brief voorvertalen; - maar hij gaat voor een paar dagen uit de stad, misschien dus toch niet zoo direct.

Over je artikel over Coster schreef ik je al.

Het fragment van Vestdijk vond ik erg erg Hollandsch. Bep zegt terecht dat het van Ina Boudier had kunnen zijn, minus de ‘gewaagdheid’ van het onderwerp. (Maar daarin is Alie Smeding hem weer de baas.) Misschien is de rest beter, of anders; men kan over dit alleen niet oordeelen.

Kan je eerstdaags de som van fl. 1.75 sturen naar Henri Mayer (Boekh. Nyhoff-Lange Voorhout 9; Haag), en hem vragen mij een kwitantie te sturen voor totaal afbetaalde rekening? Bij die gelegenheid kan je hem dan misschien ook nog vertellen hoe het zit met die Costers en wat je ervoor hebben moet. Ik schreef het hem wel, maar vergat de prijs. Voor die fl. 1.75 stuur ik je eerstdaags wel een boek. Is er bij de N.R.F. niet iets dat je hebben wilt?

Later meer. Hart. groeten van je

E.

Ook aan Truida en Ant (is zij nu weer heelemaal goed?)

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie