E. du Perron
aan
Menno ter Braak

Bellevue, [8 oktober 1933]

Bellevue, Zondag.

Beste Menno,

Veel dank voor je brief. Hij heeft me veel goed gedaan op een moment dat ik er erg behoefte aan had. De vendutie in Brussel is goed afgeloopen (175.000 frs., taxatie maar 90.000) maar er komen allerlei dingen bij, te lang om je te vertellen. Timmers Verhoeven is nl. ‘boos’ op mij, omdat ik voor de veiling niet overgekomen ben, en Greshoff is het zoowat totaal met hem eens. Ik heb den man wel 5 keer gezegd en geschreven hoe pijnlijk die veiling voor me was, enz., maar hij schijnt het niet te begrijpen en kortom, mijn dankbaarheid voor al het door hem gepresteerde op mijn eigen smoelement te willen aflezen. Soit; wij leenen nu dus weer geld om naar Brussel te gaan (ik dan - Bep blijft met de verhuisrommel zielig achter!)

Ik vind dit alles even onaangenaam, ook de uitleg met Greshoff, enz. enz. We zijn op 1000 mijl van ieder calenderhoekje af en midden in de ‘notarissen’, ook de op hun kop gezette en edele, als T.V. Het is te lang om je hier allemaal te vertellen; ik wou dat ik je even spreken kon. Kan je niet naar Brussel komen? ik ben er van Donderdagavond laat (11 uur) tot Zaterdagmiddag. Zondag moet ik hier terug zijn, om met Bep naar St. Brieuc te gaan, of haar misschien nog met iets te helpen, als zij met de rommel niet klaargekomen is. Maar het is maar een idee - doe het vooral niet als je niet goed kan. Ik ben bovendien bij Gr. gelogeerd en voor jou zal daar dus wel geen plaats zijn. Nu ik je verklaring over die V.B. kwestie overlees, weet ik meteen wat voor mij het groote verschil uitmaakte. Bij die samensmelting-neen, juist niet! - bij die samenuitgeverij met de Vlamingen, klampte ik mij vast aan de autonome redactie, d.w.z. dat ons alleen maar het halve, Nederlandsche, echte Forum zou aangaan, en dat wij de rest zouden kunnen negeeren. Toen ik inzag dat dit onmogelijk was, heb ik direct toegegeven dat ‘stoppen’ beter was. Als er sprake van was om Van de Voorde en jou in één redactie te hebben, had ik op slag geprotesteerd. Nu dacht ik bij de nieuwe combinatie inderdaad dat er zou staan: ‘waarin opgenomen Forum en Het Venster’. Dat zou ik beneden alles vinden.

Als dat niet zoo is, dan blijft er alleen de klucht over van de herleefde en weer goed terecht gekomen Vrije Bladen, maar tenslotte: jij hoorde daar vroeger toe en als je - om welke redenen dan ook - in die redactie wilt is dat natuurlijk een kwestie apart. Maar je schreef mij zelf: ‘het idee is om ook de abonnés van Forum te krijgen’ of zooiets; vandaar mijn reactie tegen het karakter van de grap.

Ik hoop dat alles nu duidelijk is.

Over Stendhal-Nietzsche-jij-ik in hoofdzaak geheel accoord: het is trouwens een oude ontdekking van ons! Maar je hebt toch ongelijk om Le Rouge et le Noir en La Chartreuse zoo achter Brulard te stellen! - en Souvenirs d'Egotisme, Brulard, en zelfs het Journal, zijn eigenlijk één groot boek. Wat zoo prachtig in dit alles is, is dat alles erin ontbreekt van het theater in de confessie - zooals bij Rousseau. Armance is voor mij ook nog vol goede dingen, ofschoon die historie van dien brief juist nogal idioot is en het eind erg haastig afgepoeierd. Maar Julien Sorel en Fabrice, en vooral de vrouwenfiguren in de romans, ook Mme de Chasteller in Lucien Leuwen geef ik volstrekt niet weg voor Brulard, evenmin als jij Die Wille zur Macht zou opgeven voor Ecce Homo! Ook hierover zouden we nog eens lang moeten praten. Nietzsche kende Brulard ook niet, dat eerst later door Casimir Striyenski uitgegeven werd; zeker lang na 1884.

Laat Ant gerust de ‘mémoires’ lezen, en op haar gemak, voor ze naar Jany gaan. Het komt niet op een paar dagen aan. - Wel graag telefoneeren om dat voorschot, als je dat wilt. Want de aardigheid van die vendutie is: dat ik er misschien, neen, vrijwel zeker, toch geen cent van krijg, dan wanneer de heele erfenis afgedaan zal zijn - en er moeten nog gronden in Indië verkocht worden, dus zeg: over zooiets als een jaar! Neen, de verkoop van Gistoux, als die nu doorgaat, is dan serieuzer. Maar ook dat zal wel lang na de verhuizerij zijn.

Simone helpen? Neen, doe het maar niet. Ik vind het bizonder aardig van je; maar ik zou teveel het gevoel hebben van mijn vrienden te laten opdraaien voor wat ik zelf niet af kan. Dat gevoel heb ik nu al, en zulke gevalletjes als nu dat met T.V. geven mij weer eens het volle besef van hoe pijnlijk zooiets altijd worden kan. - Ik heb Simone geschreven dat de redding in aantocht is (nl. die verkoop van Gistoux); ik hoop dat het haar gesterkt heeft.

Schrijf géén veroordeeling van Dumay. Je doet het tegenover de runderen (de Donkers, Theun de Vriezen, zelfs de Helmans) voor wie Dumay nog 10 × te goed is. Ik schreef Thelen laatst dat ik voor Dumay nog altijd een handvol Stille Plantages cadeau gaf; dààrop was o.a. zijn antwoord over mijn ‘eerlijkheid’. Hij zelf vond De Stille Plantage nl. prachtig (wat te denken geeft voor een zoo picareske geest) en Helman's talent ‘verdammt grosz’. Ik schreef hem dat ik het vooral toch ‘verdammt vervelend’ begon te vinden [steeds méér na Zuid-Zuid-West.] - maar ik wacht nu op Waarom niet, vooral sinds de aankondiging op het omslag van Forum! [Het mooie is dat je op die annonce lezen kunt: ‘Waarom niet door Albert Helman’. Waarom ook niet, inderdaad; het zou de eerste universeele geest van dit gehalte niet zijn!] Zorg jij ervoor dat ik dit boek vooral krijg? Bedel het Zijlstra af, koop het vooral niet. Maar zend het mij naar Bretagne, opdat ik de geschiedenis der menschheid en de internationale wereld die Helman zoo door-en-door kent toch kennen leere!

Mijn adres blijft gek genoeg onzeker. Het ziet er nu naar uit of ‘Le Manoir du Roselier’ een dorp is, niet enkel een hotel. Ik zal je dus vandaaruit direct een briefkaart schrijven met ons adres, d.w.z. volgende Zondag of Maandag al. - Die corrector verdient op zijn pokkel te hebben, als hij en niet Bouws zoo eigenmachtig knoeit. Het moet hem in ieder geval gezegd worden, vind-je niet?

Nu, dit is de laatste lange brief die je krijgt tot we in Bretagne zijn. Vandaag is Zondag, maar vanaf morgen begint het gedoe met belasting-politie-gas-electriciteits- en verzekeringskantoren voor allerlei waarschuwingen, betalingen en terug te vorderen garanties; verder moet ik met Bep nog 3 appartementen bekijken die alle 3 ‘mogelijk’ lijken. Bij de ‘onmogelijke’ zagen we eergisteren een ontzettend superieur-glimlachend en pratend prachtsmousje, dat opeens Hollandsch met ons sprak en toen verklaarde: - Je m'appelle Querido. Vous avez chez vous un grand écrivain qui s'appelle ainsi; c'est mon cousin. - Deze heer-in-de-grands-bâtiments heeft het voornaamste tot de ‘onmogelijkheid’ van dat appartement bijgedragen, geloof ik wel. Tot ziens of tot later uit Bretagne. Veel hartelijks ook voor Ant en van Bep, en nogmaals dank.

Je

E.

P.S. -Dus wat je redacteurschap in de toekomstige V.Bl. betreft, ik heb er nu niets meer tegen, vooral niet als je de humor ervan blijft inzien, ondanks de diplomatieke overwegingen.

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie