E. du Perron
aan
Menno ter Braak

Batavia, 23 februari 1938

Batavia, 23 Febr. 1938 - 's nachts.

B.M.

Ik heb dringend raad van je noodig, want ik ben de wanhoop nabij! Schrik niet: het is maar om een literaire kwestie! Je moet weten dat ik 3 dagen beroerd geweest ben en niet ‘naar kantoor’ gegaan (ik schreef je dit eergister al, meen ik) en dat ik - nu ik dat vervloekte gevoel ken van den tijd niet meer aan mij te hebben! - inpl. van te rusten, wat ik hoognoodig had, dat langaangekondigde Multatuli-Saks-Enz.-artikel geschreven heb. Het heeft me zoo beziggehouden dat Bep begint te gelooven dat ik gek ben. En nu, terwijl ik zou moeten slapen, want ik moet morgen om half 7 op, schrijf ik je dit.

De kwestie is dat Gr. Ned. ‘onmogelijk’ is geworden. Jan schreef me net weer. E poi muori, dat verhaal over dien meneer Godius, je weet wel, een verhaal van 35 blzn. G.N. geloof ik, gaf ik hem zooiets van 5 maanden vóór mijn vertrek naar Indië en het komt er nu a.s. Juni pas in! Zooals ik je ook gister of eergister schreef: Jan wil alles gesplitst hebben in stukken van 8 pagina's maximum. Het wordt een Querschnitt-redacteurs-tic in hem!

En nu moet je weten dat ik vandaag - 3e dag van thuisblijven - aan blz. 69 van mijn ms. toe ben!

Het is op de volgende manier verdeeld:

I. De heer Saks in tijdschrift- en boekvorm. (Bespreking v/h boek van Saks, dat ik van Samkalden hier leende, omdat ik het van Gr. Ned. niet kreeg.) - 18 blzn.
II. De verdedigers van den heer Saks. (Antwoord op mevr. Romein en Dr. Noordenbos vooral, maar niet dat alleen, óók in algemeen verband met Multatuli). - 12 ½blz.
III. Multatuli als deugdheld en leugenaar. (Hierin o.a. het bewijs dat M. met dat fameuze ravijn nooit een ravijn bedoeld heeft i/d zin van ‘woeste bergkloof’.) - 6 blzn.
IV. De vergiftigde door vergiftigingsvrees. (Weerlegging van de theorie van Saks, met anecdotes over indische vergiftigingsgevallen, enz.) - 10 blzn.
V. De Brieven-Avond. - (De ‘reconstructie’ van 29 Maart 1856 door Saks, herzien door mij; dit stuk is veel completer en algemeener geworden dan het zoo misschien lijkt.) - 9 blzn.
VI. Multatuli en de Hollander. (Beschouwingen, in antwoord op mevr. Romein, over de tegelijk veelgelezenheid en gehaatheid van M. in Holland, enz.) - 13 ½ blz.
En als ik doorga, zou ik nog willen schrijven:
VII. Multatuli als querulant, waarin de heele historie Multatuli- Van Lennep; en VIII. Multatuli en Busken Huet (met beschouwingen waarom voor den Hollander = Saks, Huet altijd gelijk zal hebben tegen M., terwijl hij zich kennelijk treurig gedraagt en M. hem domineert als een vorst.)

Maar ik scheid ermee uit! Ik heb geen trek mijn arme vrije tijd hiermee te vullen en nul op mijn rekest te krijgen. Eigenlijk kan van dit alles alleen een tijdschrift artikel-(reeks) gemaakt worden; als zoodanig is 't geconcipieerd. Moet er een aparte brochure of een klein boekje van worden, dan zou ik 't eigenlijk moeten herschrijven. - Ik heb me erg laten gaan in deze 69 blzn. en zal dus nog wel wat kunnen schrappen en samentrekken. Maar als ik de boel compleet maak met die 2 laatste hfdstn., krijg ik in eerste lezing een kleine 100 blzn. ms., dus laat ons zeggen: 80 Gr. Ned. - Aangenomen dat ik de boel dan herzie en erin slaag een 10 blzn. te schrappen, dan blijft er toch nog copie voor een 70 blzn. G.N. over. En dat làpt G.N. hem gewoon niet!

Ik heb vurig de pest in. Maar ik ben bereid de boel weg te sluiten = onuitgegeven te laten, als jullie er niets op weet. Schrijf dus omgaand hoe je 't geval ziet. Misschien schrijf ik Van Lennep en Huet er toch nog achteraan, nu ik eenmaal ‘op pad’ ben, maar met herzien enz. wacht ik tot ik bericht heb. Misschien is het 't beste dat je toch Jan raadpleegt.

Het is voor mij een rotzooi, omdat ik dit alles in maanden heb opgezameld - dat idee om ook Van Lennep en Huet erbij te nemen had ik in Tjitjoeroeg al! - en nu de boel eruit is, ziet het eruit als een niet te plaatsen zoodje. Als men hiermee 5, 6 of 8 nrs. vult (in kleine beetjes), wordt het onuitstaanbaar. Mijn idee zou zijn: 2, hoogstens 3 vervolgen, dus 2 × 35 of 3 × 23 blzn. per keer. Maar ik hoor Jan al zuchten. Weet je er iets anders op? Schrijf gauw, ik wacht erop. Hartelijk je

E.

P.S. Jan schreef dat jij voor de laatste blocnotes zou zorgen. Dat is dus in orde. - Wil je Jan zeggen dat Bep 't stuk over den Deen in Indië niet geplaatst wil hebben? Weggooien!

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie