Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

Rotterdam, 20 oktober 1932

20 Oct. 1932

(Bouws Hertham in matrimonium ducit)

 

Beste Jan,

Zeer hartelijk dank voor je alleraardigste brief over mijn roman! Aan zulke brieven heb ik nog eens wat. Ik begin te denken, dat je gelijk hebt; mijn broer de neuroloog zei hetzelfde ongeveer als jij. Ik hoop me te wreken over het planverschil met het boek, waaraan ik nu bezig ben. Voor mij zelf, wel te verstaan, was het planverschil er onder het schrijven niet, omdat ik wel degelijk mijn heele persoonlijkheid er bij ingezet heb; maar omdat ditmaal de inzet zoo extreem ‘particulier’ was, kan ik me indenken, dat de (goede) lezer in Hampton Court meer waardeert. Iedereen is op een bepaald moment van zijn leven, denk ik, niet in staat, zelfs niet schrijvende, om boven zijn gewone levenskroniek uit te komen. Een verre nazaat van Bernard Bandt steekt er natuurlijk ook in mij, in aanmerking genomen dan dat Bandt een kuische koopman en ik een amoreele intellectualist ben (twee functies, die misschien dichter bij elkaar liggen dan men denkt, in bepaalde ‘conjuncturen’). Misschien heb ik met Dumay mijn tol aan Holland betaald; ik ben nu eenmaal een Hollander, zooals ik je al eens zei, en val dus ook een beetje onder de daar heerschende tolwetten. - Ik veeg dus mijn botten allerminst aan je critiek af, alleen misschien in dit opzicht: dat ik het boek moest schrijven, dat het zijn plicht voor mij gedaan heeft en verder den auteur niet lastig zal zijn op zijn levensweg. Mijn volgend boek is geen roman, maar een soort ‘memoires’, zonder persoonlijke feiten bijna en toch van a tot z persoonlijk; dat moet het tenminste worden.

Ik hoop binnenkort eens uitvoerig met je over Dumay te kunnen praten, want je critiek interesseert mij zoo, dat ik er op een katterigen morgen, waarin ik bovendien nog een interview met Emil Ludwig moet prepareeren, niet genoeg op in kan gaan.

Ik zou Meulenhoff en v. Kampen maar laten schieten. Het lijkt me wel aardig, om dit zaakje zelf eens te organiseeren. Stols wil als uitgever optreden, dus wij zorgen alleen voor het drukwerk. Zijlstra was de vorige week niet op kantoor wegens ziekte, dus ik heb nog geen prijsopgave.

Waarschijnlijk ontvang je deze brief nadat je me opgebeld hebt.

hart. gr., in haast,

je Menno

 

N.B. Ik reclameer alleen bepaald één verschil met Robbers: mijn humor. Is zelfs mijn tragische slot niet humoristisch?

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie