Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

Rotterdam, 1 maart 1933

B.J.

Dank voor je brieven en ‘zendingen’! Ik vind alle 5 panoptica zeer geslaagd, heb ze aan Bouws doorgegeven. Mijn eenige reserve is: in April zouden ze door de gebeurtenissen ingehaald kunnen zijn, en: hebben wij plaats. Het is een verdomd ding met die plaatsruimte, we konden tweemaal zooveel papier gebruiken. Het stuk over de fransche bloemlezingen lijkt mij het allerbest, maar ook de andere zijn heel goed voor ons. Een zij-idee: zou het (eventueel) mogelijk zijn, dat je de drie stukjes betreffende Hitler c.s. tot één omwerkte? Alleen als plaatsgebrek dat noodig maakt. - Het Maartnummer kost ook weer een massa hoofdbrekens. Het klinkt gek, maar ik ben bezig je ‘Hagenaar’ er opzettelijk uit te werken! Het heele nummer bleek opeens weer Greshoff - ter Braak - du Perron te zijn en niets anders! In godsnaam, vergeef mij; de taak van redacteur is walgelijk, strijdt tegen mijn persoonlijke voorkeur, maar nummer is nummer.

Nog iets: Zijlstra interesseert zich voor ‘Kaas’, als boek. Mij persoonlijk zou het erg aangenaam zijn, als Elsschot bij Nijgh uitgaf, omdat het mij dan gemakkelijk valt, na het beëindigen van ‘Dumay’ aan de 80 pag. vast te houden. Als we Elsschot publiceeren, loopt dat dan niet zoo in de papieren. Zou je daarom bij Elsschot eens een balletje kunnen opgooien daarover? Zijlstra is natuurlijk bereid met hem te komen onderhandelen, maar wil natuurlijk eerst graag weten, wat ik van de roman denk, of jij. Beproef je tact daar eens op. Voor ‘Forum’ is zoo'n door Nijgh aangeworven roman weer een goede steun (ten opzichte van de commissarissen, bedoel ik).

Wij zijn voorloopig van plan, om 12 Maart te vergaderen. Maar Eddy moet nog kunnen.

De houding van Maurice is krankjorum; is hij soms al weer bijgetrokken? O litteratuur, tot welke idioten bevordert gij uwe aanvankelijk eerbare kinderen. Als ik zooiets hoor, heb ik weer lust in allerlei démasqué's der schoonheid.

Nu, veel hart. gr. van huis tot huis

tt.

Menno

Ik ontving een prospectus van Stols & Slauerhoff, waarin zij mij uitnoodigen ƒ25 neer te leggen voor ‘Saudades’. Wat is dat voor geraffineerde oplichterij?

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie