Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

Rotterdam, 1 maart 1933

B.J.

Plotseling is de Forum-vergadering vervroegd, omdat Eddy dezer dagen al in Brussel komt en dan kan doorreizen naar Holland; wij compareeren dus a.s. Zaterdagavond ten mijnent. Het zal mij benieuwen, of er een lijk zal vallen. Ik voor mij zie geen heil meer in samenwerking tusschen Eddy en Bouws; deze twee menschen irriteeren elkaar zoo bestendig en afdoende, dat oplappen alleen maar kan leiden tot nieuw gedonder voor mij. Want ik moet de ultimatums telkens maar incasseeren; overigens, ik doe het langzamerhand al met de hand van een geroutineerde. Natuurlijk heeft Bouws fundamenteel ongelijk, als hij zich aan Eddy's manier van schrijven ergert; dat op zichzelf veroordeelt hem al, want van Eddy verdraag je tenslotte alles heel gemakkelijk, omdat er een bepaald temperament achterzit, dat zich blijkbaar ook op deze manier moet luchten; maar breng dat een Bouws eens aan zijn verstand! Die bovendien misschien nog zit te springen om redacteur te worden (naar men zegt); wat hij niet wordt, behalve over mijn lijk. Maar Eddy neemt den goeden baas dan ook zoo op het scherp, dat hij het niet houden kan. Het komt er tenslotte op neer, dat Eddy te weinig hypocriet is voor de redactie; ik denk, dat dit wel een onderdeel zal zijn van zijn algeheele gemis aan hypocrisie; een tak van bedrijf, waarop hij zich nu eenmaal nooit heeft behoeven toe te leggen. Ik kan je zeggen, dat ik E. steeds sympathieker ga vinden, hoe minder ik zijn afzonderlijke uitingen kan volgen. Het is alles zoo compleet uit één stuk (en dit niet in Hitler-zin bedoeld). Dat het rund Bouws zooiets niet kan ruiken, pleit tegen dezen eminenten secretaris der redactie. Hij is een man uit tien stukjes. Maar onderwijl verdom ik het voorloopig, om voor dit ‘geschil’ het heele Forum in de lucht te laten vliegen. Niemand zou daar minder pleizier van hebben dan Eddy, die het papier in Holland toch niet voor het opscheppen zal hebben. - Ondanks E's goede voornemens, om Bouws niet te attaqueeren, verwacht ik toch wel een klein slagje. Als hij hem een z.g. beleefde brief schrijft, weent Bouws al aan mijn telefoon. Dus! Het vervelende voor mij is speciaal, dat ik eeuwig en altijd het betrekkelijke gelijk van Bouws moet erkennen, terwijl ik voor zijn argumenten geen cent voel. Ik geloof, dat Eddy als medewerker zichzelf en mij uit het eeuwige gedonder helpt.

Kan ik ev. zelf je Hitleriana aan elkaar smeden? Ik bedoel als er eens haast bij mocht zijn, door onverwacht ruimte-overschot.

Hoe staat de ruzie tusschen jou en Slau? Ik hoorde daarover verontrustende dingen. Maak er toch maar een eind aan, zou ik zeggen! Tenzij er principieele dingen in het spel zijn.

Veel hart. gr. voor jullie beiden

van je Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie