Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

Zutphen, 15 juli 1934

Zutfen, 15 Juli '34

 

Beste Jan

Ik ben zeer gelukkig met je appreciatie van het ‘tweede smoel’; juist het feit, dat je de niet-cerebrale kant zoo apprecieert verheugt me zeer, want ik voel het boek ook voor alles als een persoonlijke getuigenis. Het verstandelijke moet hier de ‘polemiek’, de partijkeuze, dienen; als zoodanig is deze bundel de practische toepassing van den ‘Politicus’, waar het cerebrale ook (voor mijn gevoel) zeer secundair is.

Hartelijk dank vast voor de bemoeiingen inzake logies te Sestri! Wij houden hier dus verder maar rekening mee. De propriétaire heeft nog niets laten hooren, maar ik vertrouw, dat het wel in orde is. Het kan zijn, dat we Zondag pas weg kunnen (i.p.v. Zaterdag), omdat er Zaterdag een première is, maar ik hoop daar van af te komen. Anders is het nog niet zoo erg.

Over het geval Forum - Vestdijk heb ik zooveel met Eddy gecorrespondeerd, dat ik er bijkans beu van ben. Onze correspondentie was even heel scherp; hij verdedigt zijn houding (die ook de jouwe was) nu eenmaal anders dan jij en is gauw geneigd aan ‘verraad’ te denken. Essentieel is, dat ik minder dan jullie bezwaar had tegen medewerken aan een Forum, waar ik als redacteur mee had afgedaan. Mijn aftreden was van den beginne af zeker. Toen V. en V. bleken over Virginia te willen heenstappen, had ik de macht niet meer de plaatsing door te drijven; ik had toen natuurlijk een van tweeën of beide gemakkelijk tot solidariteit kunnen dwingen, maar dat stuitte mij tegen de borst; ik verkoos het aftreden. Inmiddels heb ik een gesprek met Vestdijk gehad, en die blijkt nu tenminste in te zien, dat hij door Virginia te laten schieten (en daarmee mij eigenlijk te verraden) een open plee slaat; ik twijfel er dus nu niet meer aan, of Virginia komt erin; de Vlamingen zullen dan wel aftreden en de rest... ik wacht maar af, 31 Juli vergadert de Ned. redactie met Zijlstra nogmaals en dan zal ik, nu ik weet dat Eddy en jij ook met mijn aftreden aan het eind van het jaar de eer niet gered achten, de zaak zeker weten te forceeren. Ik zou natuurlijk niet meedoen, ook niet als medewerker, aan een Forum, dat jullie moreele en actieve steun niet had!

Mijn reactie op Vestdijks houding inzake de Mij. is ietwat anders dan die van jullie, omdat ik van het eerste moment af niet anders verwacht heb dan dat hij zou aannemen. Ik ken hem door den geregelden omgang beter dan jullie; ik wist, dat hij het kleinste argument (in dit geval het feit, dat Marsman zelf zijn intreden niet erg vond en hem zei, dat hij het maar moest aannemen) zou aangrijpen om niet te bedanken. Maar in het laatste gesprek komt hij voor de betrekkelijke karakterloosheid van die houding ook wel uit; hij beweert, dat hij het inconsequent vindt om wel het lidmaatschap en (eventueel) niet den prijs van ƒ1000 te weigeren; en dit laatste, zegt hij, zou hij stellig niet doen, aangezien hij het geld noodig heeft. Verder argumenteert hij natuurlijk met de permissie van Marsman om aan te nemen. Heroïsme veinst hij niet. Ik heb hem gezegd, dat ik zijn aannemen weinig flink vond; en hij zou achteraf (achteraf!) natuurlijk ook wat graag hebben bedankt. Inzake Virginia erkent hij zijn ongelijk tamelijk grif.

Denk niet, dat ik mijn houding verdedig. Maar ik zie den miserabelen neuroticus Vestdijk achter dat schitterende talent veel reëeler voor me dan jullie, ongetwijfeld. Eddy wil dat niet laten gelden; dat is zeker een standpunt, maar het gaat mij niet af zoo te reageeren. Ik heb nooit werkelijke vriendschap, d.w.z. solidariteit die ver boven de litteratuur uitgaat, van Vestdijk verwacht; onze relaties waren allang zuiver redactioneel en ‘welwillend’. Iemand als Vestdijk kent, daarvan ben ik overtuigd, geen vriendschap, behalve voor katten; hij is zelf een 100% kattennatuur, geneigd tot kopjes geven en gezelligheid, maar absoluut egocentrisch, en hij komt daar nu ook rond voor uit. Wat wij van hem zouden willen is toch een soort hondentrouw, dien hij mist; een kat is van hondenstandpunt inderdaad uitermate karakterloos. Deze vergelijking met kat en hond, die me zoo invalt, gaat inderdaad bij Vestdijk absoluut op. Hij hechtte zich aan mijn kamer, aan de sigaren, aan de thee,... en ook aan Ant en mij, voorzoover wij bij die gemakken hoorden en zelf gemakken waren. Hij zal ons loslaten zonder veel bedenkingen, en een ander huis met kussens kiezen, als het zoo uitkomt. Ik zal hem deze gelijkenis na mijn terugkomst (wij zijn tot 20 Juli in den Achterhoek) eens voorhouden.

Marsman voelt dit blijkbaar net zoo als ik. Hij zei mij, dat hij wel even onaangenaam getroffen was door Vestdijks grifheid om aan te nemen, maar toch maar heel in het voorbijgaan. Eddy en jij hebben dus ook een fout gemaakt: jullie hebt hem overschat. Volgens mij is dus jullie aangewezen houding in de toekomst, hem weer als een bekenden ‘vreemde’ te behandelen. Brouille vind ik juist in deze omstandigheden er naast. Wanneer de Virginia-quaestie volgens jullie (en mijn) wensch wordt opgelost, moeten jullie Vestdijk alleen beleefd, als belangwekkend litterair phaenomeen en verder niets, aanspreken; van hartelijkheid kan ook tusschen hem en mij geen sprake meer zijn, maar... die bestond ook allang niet meer! Ik schreef ook aan Eddy, dat het min of meer inconsequent is verwachtingen van solidariteit te bouwen op iemand, die rustig in ‘De Stem’ publiceert. Ik merkte al lang, dat Vestdijk dit bezwaar van mij volstrekt niet begreep - omdat hij het toch uit financieele overwegingen deed, zooals hij zei!

Mondeling over deze quaestie meer. Ik heb je bezorgde brief zeer gewaardeerd; ik zie er een aansporing in om wat militanter op te treden dan totnogtoe. Die militantie ligt mij in bepaalde gevallen slecht, wanneer ik teveel ‘begrijp’; maar er is hier inderdaad geen oplossing, die bevredigt, buiten de complete nederlaag van de Vlamingen om. En mijn aftreden alleen zou hun nog de voldoening geven, denk ik nu ook.

Bedenk alleen: ik ben formeel steeds in de minderheid! Noch op V. noch op V. kan ik rekenen. Wat ik dus bereik, moet ik door een soort pressie bereiken.

hart. gr. aan allen, ook van Ant,

je Menno

 

adres tot 20 Juli: Eibergen daarna weer den Haag.

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie