Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

Den Haag, 17 februari 1937

Den Haag, 17 februari 1937

 

Beste Jan

ik geef je het plechtiglijk recht zeer verstoord te zijn over mijn epistolaire luiheid, die je in je brief aan Merz vermeldde! Maar ik heb het zoo razend druk (Bergamin, Multatuli-pag. voor a.s. Donderdag), dat ik niet tot schrijven kwam. Vergeving! Wij hadden jullie weer met het grootst denkbare genoegen hier en hopen dat het zich nog vaak mag herhalen!

Dank voor alle brieven, brieven van Eddy (die ik met gelijke post afzonderlijk retourneer!) en zijn journaal. Over dat journaal, dat ik Zondag las, ben ik het in beginsel geheel met je eens. Het drama, dat E. toch in deze ontmoeting met gewone menschen heeft willen leggen, ontbreekt volkomen, en het geheel is veel en veel te lang voor de materie die er aan ten grondslag ligt. Het is inderdaad een hopeloos geval, wat deze houding tot de maatschappij betreft. Vooral, omdat hier geen Lebak-affaire aan voorafgaat, die het ‘complex’ wettigt, tot op zekere hoogte. De man, die over deze wezens oordeelt, zou althans eerst de moeite genomen moeten hebben ze als iets meer dan varend tourist te bekijken. Langzamerhand zou men E. werkelijk kunnen gaan verwijten, dat hij een martelaarschap aankweekt, dat nog nergens door een serieus experiment (of zelfs poging daartoe) wordt gemotiveerd. Ik ontving intusschen van Z. Ed. een uitstekend artikel over de Lebak-quaestie, dat je Donderdagavond zult lezen. Maar ook daarin heb ik telkens hatelijkheden moeten schrappen en veranderen, die in een krant onmogelijk kunnen opgenomen worden; onder het bewerken werd ik ook verdomd kriegel, aangezien een beetje menschenkennis bij E. mij die tijdrovende bezigheid had kunnen besparen. Een kind kan b.v. toch inzien, dat venijnige aanvallen op de ambtenaren als groep allerlei gedonder uitlokken, terwijl er niets tegen is om tegen den ambtenaar De Kock fel te keer te gaan! Duymaer van Twist noemt E. in dat stuk ‘braakmiddelachtig-befaamd’, terwijl ‘berucht’ (wat ik er van gemaakt heb) even doeltreffend is en ingezonden stukken of abonnementsopzeggingen van woedende familie (die hoegenaamd niets met de zaak zelf te maken hebben!!) voorkomt. Enz. enz. Dit gemis aan de simpelste tactiek, zonder dat hij ooit geprobeerd heeft, in hoeverre deze ‘gewone menschen’ onhandelbaar en ‘laag’ zijn, is een bedenkelijk iets, lijkt mij; niet vanwege de zaak als zoodanig, maar omdat het ieder perspectief op een ontwikkeling na ‘Het Land van Herkomst’ schijnt af te sluiten. Het moederskindje moest nu toch eindelijk eens dood gaan. - Ik zal E. zelf hierover (wat minder cru, maar toch precies) schrijven. Overigens vind ik deze scheepsnotities niet zoo banaal als jij, vaak zelfs amusant en niet geheel van belang ontbloot. Maar de mentaliteit is een onverdragelijk iets. E. heeft dat trouwens zelf ook wel in de gaten, maar hij schijnt er geen remedie tegen te hebben. - Drukken van deze bladen lijkt mij ook vrij overbodig. Het belang voor het publiek zou hier pas komen post mortem Du Perronis; verder is een uitgave in ‘Ursa Minor’ zonder recensie-exemplaren een onmogelijk compromis, lijkt me. Dan nog beter in 10 ex. op sirenenhaar noli me tangere strikt voor de vrienden!

Met erg veel pleizier maakte ik kennis met Bergamin, een 100% aardige mysticus en katholiek. Ik sprak hem verschillende malen, gisteren voor het laatst in een zeer intiem onderhoud. Deze man is zeker evenzeer non-conformist als Eddy, maar hij mist absoluut dien kruidje roer me niet-toon tegenover de gewone menschen, die toch eigenlijk weer een vertaling van den intellectueelen hoogmoed is. - Ik sprak met B. ook over het congres in Madrid. Persoonlijk voel ik er niet veel voor, omdat de smaak van Parijs me nog heel erg dwars zit. Dit zou waarschijnlijk geen haar beter zijn. Ik heb de pest aan congressen van schrijvers. Bovendien zal ik moeilijk lang weg kunnen, al zou er misschien (vanwege Spanje) een regeling met de krant zijn te treffen. Hoe echter gaat dat met de reis? Kan men überhaupt in Madrid komen? En is daar de situatie geschikt voor een congres?? Onder de bommen van Franco? Of Antoon v.D. mee zou mogen, van zijn R.K. blad, betwijfel ik zeer. De heele Bergamin is door die pers doodgezwegen. Het Volk en Het Vad (niet: Volk & Vad. s.v.p.!) waren de eenige bladen, die zich iets meer van den man hebben aangetrokken. Zijn collega Lobo werd in Amsterdam gearresteerd, zonder opgaaf van redenen (Hij schijnt nu weer vrij te zijn).

Ik kon Groot. Ned nog niet bespreken in Het Vad., omdat H &W vergeten hadden een ex. naar de krant te zenden! Ik heb er nu een ontvangen, na telefonische reclamatie.

Henny Marsman komt morgen hier.

‘Van oude en nieuwe Christenen’ zag ik reeds in reisexemplaar. Het uiterlijk is uitstekend; sober en smaakvol.

Merz is hard aan het werk. Hij kauwt echter nog steeds hoorbaar, wat mij soms tot wanhoop brengt. Maar hij is alleraardigst, en dus moet ik zijn kakement maar op den koop toe nemen.

Heel hart. groeten voor jullie beiden!

Een hart. hand van je Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie