Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

[Den Haag, 3 maart 1937]

Beste Jan

Hartelijk dank voor je brief. Arm Looe! En nu is het juist mooi weer voor de overtocht!

Ik beging een verzuiming; schrijf het maar niet aan Eddy, want dan wordt hij misschien nog geprikkelder. 2 Maart was n.l. Gille jarig, en Eddy vroeg mij voor dien dag aan jou vijf gulden te zenden om hem die te geven voor een cadeautje. Ik heb 5 Maart in mijn hoofd gehad en nu ben ik een dag te laat. Wil je alsnog aan Gille dat geld doen geworden? Ik verreken het dan met jou. Dank!

Lekkerkerkerkerkerker was heel geschikt, leek me. En de bijeenkomst bijzonder prettig.

Vandaag heb ik het geval Ribeiro in de krant behandeld. Je weet niet, hoe allerpijnlijkst ik het in deze omstandigheden vind, Brouwer te moeten ‘aanklagen’. Maar er zit niets anders op, en ik heb het nu zoo gematigd mogelijk trachten te doen. Voor de vele vijanden, die hij onder de ‘Francisten’ heeft, is deze kluif helaas erg vet en aanlokkelijk.

Wil je vooral, als je het eerste stuk publiceert van Eddy's Journaal, daarin schrappen òf de heele passage over den man in den Parijschen trein, die over de ‘abdicatie van Fontainebleau’ praat, òf anders mijn initialen? Ik heb niet de minste lust dien man te beleedigen (hij leest veel) door den indruk te wekken, alsof ik een privé-gesprek verklapte om hem belachelijk te maken in het publiek. De passage doet hoegenaamd niets ter zake voor het geheel. Denk hieraan vooral!

Week-end komt, maar Zaterdag is er weer wat, helaas. Hein en ik zoeken Storck, die ondanks berisping, zoek is. Schrijf er anders vooral aan Schilt over! Het is geen manier.

Veel hart. gr. 2 × 2

je Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie