Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

[Den Haag, 27 maart 1937]

B.J.

De sensationeele brief van Eddy lijkt ook mij vrij zonderling. De toon van opgejaagd hert is niet in overeenstemming met de minimale feitenvoorraad, en juist dat irriteert mij. Als hij dit ‘gevaar’ ziet, is hij verplicht om ons er helder en zakelijk over te schrijven, zoodat wij iets kunnen doen. Want mocht het onverhoopt werkelijk zoo zijn, dan zal ik alle beschikbare middelen gebruiken om te protesteeren. Maar... ik geloof het nog niet! Eddy heeft wel meer spoken gezien (Herbert!).

Van Vic heb ik natuurlijk boe noch ba gehoord. Maar hij heeft altijd eenigen tijd noodig om zich te bedenken.

‘Questions’ van Ramuz is zeker bestemd voor het stuk over Nenda en Alain? Ik neem het nu mee om het te lezen.

Schilt heeft bezwaar gemaakt tegen het te late verschijnen van je Fransche artikel en Hein daarvoor een standje gemaakt. Kun je het in het vervolg niet een paar dagen eerder zenden? Please!

Hierbij nog een knipsel uit het N. v.d. Boekh.

Prettige Paaschdagen!

veel hart. van

je M.

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie