Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

Den Haag, 3 december 1937

Den Haag, 3 Dec. '37

 

Beste Jan

Veel dank voor je beide brieven. De situatie wordt steeds zotter, want Ant, die evenals Aty op dit moment veel geladener is dan ik, heeft eergisteren aan Truida een gepeperden brief geschreven; waarop hedenmorgen antwoord komt van... Varangot! Nu word ik (je raadt het nooit) van ‘lafhartigheid’ beschuldigd, omdat ik... geen onderschrift onder de stukken van jou en Maurice heb geplaatst! En verder... biedt hij plotseling zijn excuses aan over... het voorgevallene in de Passage! De toon is die van een volslagen idioot of liever hebephreen, in de terminologie van Wim. Ant wil er nog op antwoorden ook, wat mij overbodig en zelfs gevaarlijk lijkt. Het stukje in ‘Onze Tijd’ over de Hoogdagen was trouwens zoo, dat ik heb moeten schateren van het lachen. Ook om de foto van de Vlamen met ‘boorden en ‘dassen! De vraag is alleen nog maar: is de auteur van dit fraais werkelijk niets dan een betaalden ploert, of is hij werkelijk heelemaal gek geworden. Vooral die geestdrift over de in ‘kleerkamer’ herdoopte garderobe vond ik een schitterende vondst. Ik zou hem willen meedeelen, dat ik zoojuist mijn retirade heb herdoopt in poepdoos, en hem vragen, of hij bereid is voor fl. 25 daarover ook zoo'n artikel te schrijven. Als hij intuïtie heeft, kan hij dan meteen begrijpen, waarvoor het artikel gebruikt zal worden, als het papier niet te stug en glanzend is. Het voordeel van V.V. is tenminste, dat hij als intrigant te veel in de gaten loopt om tusschen twee menschen, die hun hersens nog bij elkaar hebben, kwaad te kunnen brouwen. Maar met dat al: houd hem in het oog!

Ik zal zien wat ik voor KKK kan doen! Het doet me pleizier, dat het stukje over de Cenotaaf in den smaak viel, want het was ook met groot pleizier geschreven. Ik denk, dat ik (maar dat toch liefst voor Gr. Ned.!) iets wil schrijven over ‘Der Kranke Nietzsche’ zooeven verschenen (brieven van N.'s moeder over den krankzinnige, die mij voortdurend bezig houden). Van Gr. Ned. gesproken: Vrijdag 17 Dec., av. spreek ik in Amsterdam over Arthur v. Schendel! Is het vergaderen zoo te regelen, dat ik er ook bij kan zijn?

Het stukje over Schreiner is niet van mij, dus ik heb het boekje in quaestie niet. Zal ik het hier voor je koopen? Als ik je iets cadeau geef, kies ik toch liever iets anders uit!

Van de N.R.C. nog geen nieuws. Men weet het nu algemeen, dus je behoeft er heusch niet meer over te zwijgen.

Tot nader. Veel hartelijks 2×2

je Menno.

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie