Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

Den Haag, 14 januari 1938

Den Haag, 14 Jan. '38

 

Beste Jan

Vandaag verzond ik aangeteekend naar v.H. & W. een opstel van 7½ pag. in dit handschrift, getiteld ‘Nietzsche, de Dubbelzinnige’. Ik denk, dat het in Gr. Ned.-formaat dus wel ongeveer zal uitkomen.

Verder eenig klein nieuws. Thomas Mann heeft zijn secretaris verloochend en mij geheel gelijk gegeven; hij zou niet anders gehandeld hebben dan ik, schreef hij me. Ik heb nu, op zijn dringend verzoek, mijn terugtrekking ongedaan gemaakt, op voorwaarde, dat deze barbier niet weer aan het knippen en maaien gaat. Thelen zal dus nu, naar het zich laat aanzien, toch aan zijn penningen komen.

Op de krant weer eens halfjaarlijksch gedonder. Altijd iets volkomen onverwachts. Nu had Schilt ineens aanmerkingen op mijn a.s. Zondagsartikel over Roelants! De inleiding was te lang, de menschen willen niet eerst iets over den man hooren, maar dadelijk over het boek, de volgorde had omgekeerd moeten zijn etc. Een mij volkomen onbegrijpelijk gezanik. De Lang kwam er den volgenden dag ook nog bij; hij had het stuk nu zoo geknipt en geplakt, als het volgens hem zijn moest! De Lang wil mij dus stijlles geven. Enfin, het stuk verschijnt a.s. Zondag natuurlijk, zooals ik het schreef. Lees het eens met aandacht, en schrijf mij, of jou een licht opgaat over den plotselingen ‘aanstoot’, die dit stuk gaf. Mij (en Hein) is het volkomen raadselachtig. Als er maar logica in de critiek te ontdekken viel van deze heeren krankenleiders! Een stuk als dat over ‘Paulus’ (waar ik, om je de waarheid te zeggen, even mijn hart voor vasthield met het oog op de ‘moeilijkheid’) vond de Lang schitterend! - Ik zelf was zeer tevreden over mijn uiteenzetting over Roelants, opzettelijk zoo precies mogelijk geschreven. Maar Schilt en De Lang vinden opeens, dat ‘onze lezers’ zich niet interesseeren voor een blad als t Fonteintje', maar alleen voor ‘het boek’. Iets vertellen over genoemd Fonteintje is: ‘een tijdschriftartikel’. Ook dit zal voorbijgaan, gelijk alle dingen dezer aarde.

Verder vanmorgen een brief ontvangen van Van der Hoeven, den man der Multatuli-brieven. Hij had in De Telegraaf een recensie over de brochure (overdruk uit Gr. Ned.) gelezen, en verzoekt mij nu hem ƒ25 te zenden, als aandeel in de winst! Gironummer erbij. Nu was het stel brieven volgens hem handelsobject geworden! Ik, die van alle financieel voordeel voor de overdruk afstand deed, zou dus ƒ25 moeten betalen aan meneer v.d. H.! Ik heb aan Cor Bruyn even advies gevraagd, omdat hij diens naam gebruikte; zoodra ik dat heb, zal ik hem verzoeken mijn winst eens te komen tellen. Er zijn toch erge smeerpijpen. Dat iemand om de zaak zelf zijn voordeel in duiten zou laten varen, lijkt hun iets zoo ongelooflijks, dat ze maar dadelijk met hun gironummer voor het front komen.

Ik schrijf morgen over Gr. Ned. van Jan. Laatheid veroorzaakt door alles bij elkaar. Arthur v. Schendel heeft in het Zondagsblad een van zijn allerbeste verhalen, let er eens op!

Hein schreef een aardig stuk over ‘Ikaros Bekeerd’. Wanneer komt dat uit?? En wanneer krijg ik proeven van ‘Mephistophelisch’?

Veel hartelijks 2×2 steeds

je Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie