Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

Den Haag, 26 september 1938

26 Sept.

 

Beste Jan

Zooeven je briefje gevonden, nadat wij eenige bladen verslonden hadden, die den indruk maken, dat het vanavond bij het gebrul van den hondenleider om buigen of barsten gaat. Ik hoop, dat wij, als je dit briefje krijgt, iets positiefs weten ten ongunste van dezen schoelje, die onze zenuwen verpest en een schoonen kranenzomer bederft. Gelukkig, dat Amerika ook partij kiest! Practisch heeft Duitschland nu alleen Muselein... (niet) achter zich...

Ik sprak toevallig vanmorgen Aad Schelling, en heb haar, in de meening verkeerende, dat je al tot mej. Mulder was overgehold, geen hoop gegeven. Mocht je nog niet besloten zijn, overweeg dan ook haar kansen ernstig. Het zijn twee totaal verschillende typen, uiteraard. Aad Schelling is een zeer ijverig en zeer intelligent meisje, mijn beste oud-leerling überhaupt. Zij schrijft heel goed, is juist cum laude bij Van Eijck afgestudeerd. In zooverre is zij natuurlijk een heel andere ‘klasse’ dan juffrouw Mulder; daar staat tegenover, dat zij de routine van die dame mist. Je zoudt er overigens op kunnen rekenen, dat zij hard zal werken, want in de klas moest ik haar vaak remmen.

Het hangt er dus maar van af, aan welke soort persoonlijkheid jij en het Holl. Weekblad de voorkeur geven. In den omgang is Aad Schelling allersympathiekst, maar zij is ook vermoedelijk fijner besnaard dan mej. Mulder.

Dit alles in haast. En nu moeten wij weer aan de lippen van den schildersknecht gaan hangen. God zegene ons.

Veel hartelijks van huis tot huis

je Menno

 

Zou de heer Alderwerelt niet beide dames eens kunnen bezoeken? Ik neem niet de verantwoordelijkheid de een boven de ander te recommandeeren.

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie