Menno ter Braak
aan
J. Greshoff

Zutphen, 9 september 1939

Zutphen, 9 Sept. '39

 

Beste Jan,

Vanmorgen bereikte ons in Zutfen je brief, die 29 Aug. uit Kaapstad is verzonden; de laatste vermoedelijk, die je voor de oorlogsverklaring verzonden hebt. Inmiddels is er al zooveel afschuwelijks gebeurd, dat ik me haast niet kan voorstellen, dat de oorlog nog geen anderhalve week duurt... en dat jij in een land zit, dat in staat van oorlog verkeert met de moffen. Ik zend je deze berichten in de hoop, dat ze je per vliegtuig bereiken, maar zeker ben ik daar allerminst van. Zullen wij in contact kunnen blijven, zoolang de oorlog duurt? Zullen wij er in betrokken worden? In ieder geval: Europa moet betalen voor het dulden van Hitler, en het zou niet vreemd zijn, als ook wij iets moeten betalen.

Belangstelling voor cultureele dingen is hier uiteraard op het nulpunt. Ik schrijf alleen, zoolang ik de kans krijg, een journaal voor mijn eigen ‘geweten’, dat ik je, als god wil en wij leven, later ter lezing zal geven. Meer kan ik niet op papier krijgen; van alles, wat naar ‘vormgeving’ zweemt, heb ik een afkeer onder deze omstandigheden.

Waar zit Eddy? Wij zijn volkomen in het onzekere over zijn verblijfplaats, hadden een stil vermoeden, dat zijn schip misschien om de Kaap zal varen en dat hij plotseling voor jullie deur zou staan. Maar wij hebben geen enkel bericht van hem.

Het gekste van dezen toestand is, dat alles doorgaat: concerten door de radio b.v.! En nog altijd geen belangrijke gebeurtenissen van het westelijk front; in Polen schijnt het voorloopig slecht te gaan, maar daar zal deze afrekening in geen geval beslist worden.

Weg al onze plannen voor een Afrikaansche reis! Wij zitten in een ‘ijzeren tijdvak’, en wij zullen er door heen moeten.

Wij probeeren ondanks alles toch wat vacantie te houden, hetgeen ik na 2 maanden onafgebroken vertalen wel noodig heb. (Maar wie heeft tegenwoordig recht op vacantie? Absurd). Rauschning geheel af, verschijnt deze of volgende week; actueeler dan ooit. Slauerhoff tot voorjaar uitgesteld wegens totaal gebrek aan belangstelling boekhandel. Ik zag <overigens de reisexemplaren, die door Van Krimpen uitstekend zijn verzorgd.

Ik zond verleden week nog een brief naar de ‘Brandwag’; benieuwd, of die aankomt en zoo ja, wanneer. Dank voor de beide andere nummers! Ik wil dit werk, als het technisch mogelijk is, zoo lang mogelijk voortzetten, omdat er altijd nog een kleine kans is, dat wij onze toekomst buiten Europa moeten zoeken.

Niets wordt nu vuriger gewenscht[?] dan de ondergang van Hitler!

Het ga jullie goed! Hoop op betere tijden.

hart. handdruk van je Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie