J. Greshoff
aan
Menno ter Braak

Kaapstad, 14 september 1939

‘La Verne’, Kloofnekweg, KAAPSTAD

14/9/'39

 

Beste Menno,

De post is geheel in de war. Vandaag kwam er een heel pakje brieven, maar alle met de gewone mail en alle van ongeveer 20 Augustus. Ook een lange brief van Adriaan, welke ons veel plezier deed. Echter al in meer dan tien dagen geen luchtpost en dus ook niets van jou. Het geheele postwezen is ontwricht. Het spijt mij geducht, dat de fraaie en aangename regelmaat onderbroken is. Veel nieuws valt er niet te melden. Ik heb, voor zoover ik er mijn hoofd bij kon houden, mij beziggehouden met journalistieke werkjes voor de afrikaansche weekbladen. Daarbij nogal wat gelezen. Ik heb me vooral eenige ontspanning bezorgd met vijf oude jaargangen van de Kroniek van Tak. Gelijk alle oude heeren, heb ik heimwee naar het verleeden en ik denk voortdurend: wàt een prachtige tijd was dat vergeleken bij de stompzinnige rottijd waar wij in leven. Verder heb ik, nu voor de derde maal, gelezen de twee deelen van het oorlogsdagboek van Michel Corday <L'Envers de la Guerre (Ed Flammarion)>, een der héél zeldzame lieden, die van veertien tot achttien hun verstand bij elkaar gehouden hebben en zich niets wijs lieten maken. Deze lectuur is op dit oogenblik bepaald beklemmend en tegelijkertijd een hygiënische voorzorgsmaatregel. Ik moet zeggen, dat de Kaapsche bladen, nogal rustig van toon zijn. En van roesstemmmingen of dolle hetze is geen sprake, goddank. Het gemis van berichten uit Nederland doet zich nog dagelijks bitter gevoelen. We weten NIETS van de vrienden en bekenden. Zou Bob Nijkerk weer in dienst zijn?? Moet Dick opkomen? Is Adriaan, Rudi, Fred dienstplichtig???? Hoe is de stemming. Verwacht men er buiten te kunnen blijven?? Gaat alles gewoon zijn gang???? Groot Nederland, Het Hollandsche Weekblad???? Wat doen de Belgische kameraden??? Ook in-dienst-zijn???? Je kunt je absoluuut niet voorstellen wat het beteekent machteloos iederen dag dezelfde vragen voor jezelf te herhalen zonder eenige kans op antwoord. Ik ben er nu van overtuigd, dat gezamenlijke angst beter te verdragen is, dan zekerheid en rust in afzondering.

We zijn toch zoo benieuwd naar Eddy's lotgevallen. Zit hij nu hoog en droog op de Sportlaan???

Malan, over wie ik je al schreef, bezit in Woester, 2 en ½ uur auto hier vandaan een ‘plaatsie’, huis met zes bijgebouwen. Het leven is daar voor niets omdat alle voedsel door de plaats opgeleverd wordt. We hebben een grootsche fantasie opgezet van ons daar met zijn allen terug te trekken, met een monotype en een pers en dan daar te schrijven, te lezen en onze eigen boeken te drukken. We rekenden in ons plan ook op jullie. Er is ruimte te over. Ant kan er de zadelmakerij voortzetten. Het huishouden wordt, met behoorlijke zwarte hulp door de vier vrouwen gedaan, Hélène Malan, Ant ter Braak, Nini en Aty. Er blijft enorm veel vrije tijd voor eigen liefhebberijen over. De drukkerij wordt gedreven door Frans Beilsma, Jan en Kees en ons, wanneer we er zin in hebben. Wij, dwz jij, Jacques Malan en ik werken aan ons werk, alleen moeten we in een bepaalde tijd van het jaar met de wijnoogst en het wijnmaken helpen. Er is een auto om zoo nu en dan naar Kaapstad te gaan. Wij moeten met zijn allen op de een of andere wijze, met schrijven en uitgeven, veertig pond in de maand, zijnde ongeveer driehonderd gulden verdienen, hetgeen zeer gemakkelijk si, daar Malan en ik al vàst op vijfen twintig kunnen rekenen. Malan vertaalt een keur van mijn proza en jouw trilogie in het Engelsch en met zijn vele amerikaansche relaties denkt hij die goed te kunnen plaatsen. Daar zijn al de inkomsten voor een belangrijk deel mee verzekerd.!!! Met deze onschuldige fantasietjes houden we ons nu zoet!!! Het essentieele verschil met dit en het vorstendom Walcheren is, dat dit ten slotte geenszins tot de onmogelijkheden behoort.

Morgen ga ik, voor afleiding van de booze en zwarte gedachten, een autotochtje maken met N.P. van Wijk Louw. En dan behoort godlof ook deze week weer tot het verleden. Iederen dag denk ik; dat is er wéér een die lekker niet terugkomt.

Ik hoop nu zeer spoedig iets van jullie allen te vernemen. Vertel me vooral ál wat je weet over de goede vrienden en kennissen. Wat doen Henny?

Héééééééééél véééééééél liefs van allen voor jullie beidjes, steeds

geheel je

Jan

 

Dinsdag dineerden wij bij dr J. du Prez Scholtz, die me openbaarde, dat hij óók al met je op de collegebanken heeft gezeten in 26/27. Een zeer geschikt iemand, een klasse hooger dan Bosman. Getrouwd met een Walcherse! Dochter van de bekende advocaat Heyse. Ik heb haar direct van onze plannen met Walcheren verteld!

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie