Menno ter Braak
aan
Giacomo Antonini

Den Haag, 19 juni 1938

19 Juni '38

 

Beste Gino,

Het boek over Diderot is van dr. H. Brugmans (den jongeren) en uitgegeven bij Kolkema & Warendorf, Amsterdam.

Het is fraai, dat Last de representant der Ned. [litteratuur] blijft, dank zij het ridicule initiatief van Gide. Dat ‘Zuiderzee’ vertaald wordt en ‘De Waterman’ niet, is een godgeklaagd schandaal. Ik heb de voorrede van Gide niet gelezen, maar hoorde er weinig goeds over; en bovendien, hoe weet hij wat er in Holland te koop is? - Zag je overigens het Fransche boekje van Tielrooy over de moderne Ned. letteren, dat bij de ed. du Sagittaire is verschenen? Ik schrijf er binnenkort een artikel over in Het Vad. Het is niet geniaal, maar voor informatie van de Fransche publieke opinie zeer bruikbaar, al is nu toevallig juist Van Schendel er niet voldoende in behandeld.

Er is kans, dat ik ± 17 juli, op weg naar Antibes, Parijs aandoe. Ben jij er dan, en zou ik ev. Chiaro en Rougemont kunnen treffen? In dat geval zou ik een dag overblijven. Ik hoop zeer, dat Rougemont hier in Sept. of Oct. kan komen spreken. De kans op een vertaling zou daardoor zeer vergroot worden. Hij antwoordde mij overigens nog niet op mijn laatste brief over deze quaestie.

hart.gr.

je Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie