Menno ter Braak
aan
M.J.W. Holleman (Schotland)

Eibergen, 15 augustus 1920

15 Aug. /20

 

Beste Maas

Tot mijn verbazing hoorde ik tot nu toe nog niets van je, terwijl ik nieuwsgierig was iets omtrent je bevindingen in Schotland te vernemen. Je adres wist ik niet; ik heb dus even geïnformeerd bij ds. Prins, die in Scheveningen logeert en van hem ontving ik, vergezeld van een breedvoerig verslag van hun uitstapje en uitslag van Hans en Loes, een niet zeer duidelijk geschreven adres; op de enveloppe zul je kunnen zien, wat het resultaat is van mijn ontcijfering, als deze brief je tenminste bereikt. En dan hoop ik ook van jou eens iets te vernemen, als ten minste de herinnering aan onze gemeenschappelijk doorleefde Tielsche uren in de Schotse lucht tijdens je vliegtocht niet is blijven hangen. Tevens hoop ik, dat deze letteren na een zoo langdurig verblijf in je Engelsche home door je ontward kunnen worden.

Allicht heeft de vacantie voor jou meer emotie's opgeleverd dan voor mij; dewijl jou ooren steeds gestreeld of gepijnigd werden door het Engelsch en de mijne steeds het zoete Achterhoeksch opvingen. Wel logeerde ik eenige dagen in Nunspeet en Groningen, waar ik o.a. jullie vroegere woning zag, maar dat zijn toch ook de eenige uitstapjes, die ditmaal plaats hadden. Eergisteren bracht ik onwillekeurig een bezoek aan je geachten voormaligen rector, den heer Legrom c.f. (= feminis)! Ik was n.l. toevallig bij het hotel ‘de Dollehoed’ bij Lochem, toen uit een auto een luidruchtig heer met de bekende horens op me toerende en onder eenige onsamenhangende klanken den wensch uitsprak me op een kop thee te tracteeren. ‘Hij’ was het. Ik heb een half uur zitten redeneeren, waarbij mij verschillende vertrouwelijke mededeelingen werden gedaan van de gewone soort.

Daar deze brief niet voor publicatie bestemd is, spring ik in mijn stijlloosheid maar op iets anders over. Misschien interesseert het je (je zult het waarschijnlijk wel niet gelezen hebben in één of andere Albionsche courant) dat ‘Pallieter’ op den index is gezet. Een prachtige reclame voor het boek! Toch ben ik er buitengewoon verontwaardigd over, maar naar mijn meening heeft Z.H. de paus niet gevraagd.

Van mevr. Prins hoorde ik, dat je gevlogen had; ik verlang ernaar je gewaarwordingen in dezen eens te vernemen. Denk je er nog over per luchtomnibus terug te keeren of wordt daarvan afgezien?

Voor enkele dagen woonde ik 's avonds een lezing in het gebouw der Woodbrookers (Barchem) bij. Een zekere J.J. Meyer, een vrij bekende figuur in de Barchemieten-wereld sprak over ‘Kunst en persoonlijkheid’. De lezing was mijns inziens heel goed, hoewel niet objectief, daar hij voornamelijk z'n eigen innerlijke ervaringen besprak. Twee dingen vond ik bijna nog merkwaardiger dan de voordracht: 1e werd ieder introducée op gratis (slappe!) chocolade onthaald, in deze dure tijden, 2e bedroeg het aantal heeren zeven, zegge 7, het aantal dames 44. Ook al een symptoom van vrouwenemancipatie! Of van heerenemancipatie.

Ik wil je nu niet langer vervolgen met Hollandsch, dat je immers in deze drie maanden van plan was af te zweren; mocht je nog iets van Tiel of Tielenaren wenschen te weten, dan schrijf ik je daar nog wel eens iets over. In alle gevallen, schrijf eens, in welke taal het zij:

je Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie