Menno ter Braak
aan
M.J.W. Holleman (Bloemendaal)

Eibergen, 21 augustus 1924

Eibergen, 21.VIII.24

 

Beste Maas

Het wordt nu toch te gek! Zijn wij van elkaar afgestorven? Ik had je al lang iets van me laten hooren, maar je nieuwe adres is me ontschoten. Wat ik hier dus als je woonstee heb uitgepeinsd, is een bloemlezing uit Parkweg, Parkstraat, Parklaan, 7, 17, 14. Vanmorgen wakker wordend, dacht ik, dat het dit moest zijn; voilà! Hoop op goede overkomst.

Je zwijgen breng ik onwillekeurig in verband met je al dan niet ondernomen examen. Met zorg speurde ik ± 28 juni alle kranten na, maar kon je naam niet ontdekken. Kreeg je maanden of heb je je teruggetrokken? Deze vragen houden me steeds bezig. Enkele Amsterdammers, die in deze vacantie zag, konden me niet inlichten. Als deze briefkaart je bereikt, hoop ik dat je me van één en ander p.o. op de hoogte wilt stellen. - Mijn bestaan hier is, op eenige uitgangen na, Eibergsch en solide. Ik was nog een halve dag in Amsterdam, voor P.C., maar, ook al wegens onzeker adres, kon ik je moeilijk in Bloemendaal gaan zoeken. In het buitenland zal ik voorloopig wel niet meer komen, helaas. Ik werk ook wat, maar ben voor 't oogenblik verdiept in de ‘Idioot’ van je intimus Dostojewsky. Dit belet alle geregelde bezigheden.

Wij hopen ons geslacht in Amsterdam dit jaar weer uit te breiden met één ex., te weten Jan, die zich op het kaalknippen voorbereidt. - De Tielsche familie zit momenteel in Parijs, munt tegenwoordig weer uit door gastvrijheid en vrijgevigheid!

Nogmaals, moge dit levensteeken je bereiken! In dat geval ook mijn hart. groeten aan je vader en [onleeesbaar] in 't bijzonder aan jezelf

Menno

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie