Everard Bouws
aan
Menno ter Braak (Eibergen)

Den Haag, 16 augustus 1932

Jozef Israelslaan 7

Den Haag

16 Aug. '32

 

Beste Menno,

Het is me niet mogelijk geweest om dat gedicht van Marsman voor September door te geven, aangezien ik het nog steeds niet van Maurice terug ontving. Ik zond het Maurice op 28 Juli (aangeteekend) met nog een paar andere dingen, waaronder jouw stuk over Ludwig, maar hoorde verder niets van hem, waarschijnlijk zit hij ‘op den buiten’ en wordt zijn post niet doorgestuurd.

Alhoewel ik met het September nummer het restant van onze reserve (16 blz. per half jaar) heb opgesnoept, maak ik me toch niet bezorgd voor een paar extra pagina's, als we die absoluut noodig hebben, Zijlstra is nogal ruim in die dingen. De [kunst]druk in het 1ste half jaar is ook extra boven de 400 pagina's. Wat plaatjes betreft in het 2de half jaar, we hebben Koch in nr 7, krijgen nog Jan Greshoff over Willink (November) en zoo mogelijk een gekleurde bijlage bij dat verhaaltje van Bep. Over de laatste moet ik Zijlstra nog raadplegen.

Met mijn huwelijksvoorbereiding loopt het tot dusverre vlot, vandaag gaan we in den Haag aanteekenen. Meest waarschijnlijk trouwen we 17 of 18 October in Dresden.

Vanmorgen kreeg ik bericht van Ritter dat mijn radio rede is ‘doorgelaten’ en de datum is bepaald op Zondag 18 september 2 uur.

Hierbij Eddy's brief terug. Ik heb gisteren het geheel nog eens doorgelezen, ook nu was het me onmogelijk er werkelijk in te komen. Overigens komt het mij voor nog wel eenige plannen boven het werk van Herman en Coolen b.v. te liggen, al blijf ik achter zoo'n roman de vergissing van het uitgangspunt te zeer voelen. Van Wessem is er te zeer op uit, evenals Marsman, om modern te zijn in de zin die hij daaraan gaf in de artikelen, welke hij een paar jaar geleden in de V.B. publiceerde. Het komt mij voor, dat hij als schrijver een zeer beduidend talent is, maar als mensch toch te beperkt om een groote roman te schrijven, afgezien van het feit, dat hij klaarblijkelijk contact mist (en dus kennis van de atmosfeer) met de milieus, waarin hij zijn personages laat optreden. Voor mijn gevoel is, vergeleken met Een Vuistslag, Het Verboden Rijk, ondanks de onevenwichtigheid en het fragmentarische, zoo al niet een meesterwerk, dan toch een geslaagde roman.

Met beste groeten

je E.

 

p.s. Ik kreeg inmiddels Bep's essay over Virginia Woolf en een paar verzen van Engelman, die ik morgen aangeteekend zal opzenden.

Je proeven ontving ik vanmorgen.

 

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie