Johan Huijts
aan
Menno ter Braak

Rotterdam, 21 oktober 1927

21 October 1927

Beste ter Braak!

De kool is heusch het sop niet waard. Hoe had Scholte nu kunnen denken, dat wij, die onze voorstelling toch met alle zorg hadden voorbereid, nu à l'improviste een inleider en een uitlegger zouden hebben noodig gehad. Indien het onze bedoeling was geweest het een of (en) het ander te doen, zouden we het of zelf gedaan hebben of er met jullie over gecorrespondeerd hebben. Wij hadden besloten de inleiding zoo sober mogelijk te maken en alle uitleg (althans bij déze films: een cinéma pure is nóg wat anders) achterwege te laten. En hebben dat Scholte gezegd, toen hij naar onze plannen vroeg. Wat wil hij nu nog meer? Een groot deel van het publiek wil geen uitleggingen: althans hier niet. En ik zelf vind ze meestal indiscreet. Dat is een standpunt, waarover nog wel eens te praten valt, maar dat principieel of opportuun het beste kan zijn. De opportuniteit allermeest zullen we heusch zelf moeten beoordeelen. (Dat ook in Amsterdam niet iedereen graag een uitlegging hoort, bleek me nog onlangs uit de klacht van iemand die naar het dansen van Jodjana was wezen kijken en de explicaties van diens vrouw daarenboven gekregen had).

Wat ons getal leden betreft: vergelijkingen gaan mank. Utrecht en Delft zijn beide steden met een talrijk intellect en betrekkelijk weinig vermakelijkheid. In Rotterdam is dat omgekeerd. Amsterdam doet in verhouding ook niet wat Delft en Utrecht doen. Er is heel weinig vooruit te zeggen. Ieder zou ons voorspeld hebben, dat de eerste voorstelling een sterken toeloop van nieuwe leden gebracht zou hebben. Welnu, zelfs dat is niet het geval, hoewel de kranten er veel en aanbevelend werk van hebben gemaakt en hoewel de menschen die er geweest zijn, voor zoover ik ze gesproken heb, uiterst tevreden waren. En ten aanzien van het blad herhaal ik nog eens: ik laat geen gelegenheid voorbij gaan om op het bestaan ervan en de wenschelijkheid van een abonnement te wijzen: maar tenslotte hangt het van de leden af, òf zij zich abonneeren.

Als het me eenigszins mogelijk is, zal ik of bij het proefdraaien of bij de voorstelling aanwezig zijn. Maar helaas ben ik niet onbeperkt meester van mijn tijd.

Met beste groeten

je

Johan Huijts

Jammer genoeg wist ik niet van je lezing af; tenminste van den datum ervan. Anders was ik zeker gekomen, al had ik het geval voor Hopman wel ietwat pijnlijk gevonden. En voor mezelf ook: tusschen den collega in en den man die gelijk heeft!

JH

Nog eens p.s.: natuurlijk wensch ik ook een sterker band dan de materieele!

Origineel: Amsterdam, EYE Film Instituut Nederland

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie