Ed. Pelster
aan
Menno ter Braak

Amsterdam, 14 september 1927

14 September 1927

Amice,

Ik zal je nieuwsgierigheid naar het resultaat der Bondsbesprekingen maar niet op de proef stellen tot Zaterdag. Er komt tegenwoordig bijna niets meer als Liga uit mijn machine dus zeer zeker hoort dat rapport aan jou er ook bij.

Maandag 1.1. te 4.15 verschenen Scholte, Laseur en ik voor het Hoofdbestuur van den Bond, dat nader slechts uit het Dagelijksch Bestuur bleek te bestaan; n.l. Hamburger (Utrecht) (voorzitter) E. de Hoop (Amsterdam) Hoogenstraaten (Utrecht) en ons aller vriend Tony du Mee (Amsterdam), ridder in de orde van de heilige Krokodil en Groot meester van de Broederschap der Hypocrieten, eerelid van het Verbond der Tong-Kameleonnen.

De ontvangst was werkelijk heel hartelijk en vriendelijk, ze hadden prima Bonds sigaren en waar ik voor gevreesd had, n.l. dat de Bond een hautain standpunt zou willen innemen, is absoluut niet gebeurd. Scholte heeft heel rustig en duidelijk (natuurlijk met de noodige dikke en zware woorden) uiteengezet wat onze plannen zijn en dat we er op uit zijn om practisch het bedrijf te steunen en men van ons geen enkele concurrentie te wachten heeft. Integendeel zijn wij een avant garde, die waarschijnlijk wel mogelijk zal maken voor de theater-exploitanten wat zij natuurlijk ook graag zouden willen doch nu nog niet kunnen door gebrek aan belangstelling van de zijde van het publiek.

De gezichten verhelderden merkbaar en daarop antwoordde Hamburger dat het bedrijf zelf ook steeds al had gedaan wat wij nu ook wilden doen. Namelijk verheffing en het brengen van kunstfilms. Ieder groot werk, dat er was uitgekomen, dat gemaakt was naar het werk van een kunstenaar, was door het bedrijf steeds op het programma gebracht, ook al was men te voren niet zeker dat het zakelijk gunstige resultaten zou hebben. Slechts dan had men werken van groote kunstenaars niet in de bioscoop gebracht indien deze op zoo'n slechte wijze waren verfilmd, dat ze uit technisch oogpunt te minderwaardig waren en dus de intellectueelen, die er naar zouden zijn komen zien, teleur zouden hebben gesteld. Ook had men wel aangedurfd om wetenschappelijke films te brengen, waardoor dan het karakter van amusement van de bioscoop af was geweest en toch had men daar goede resultaten mee bereikt.

Eerst dacht ik dat Hamburger een heel handigen draai wilde nemen en uit de praktijk wilde bewijzen dat de Liga geheel en al overbodig was maar toen drong tot mij en de anderen door wat de Bond eigenlijk als ‘filmkunst’ beschouwde. De bedrijfskunstfilms beschouwen zij als filmkunst. 't Is wel vermakelijk, doch tegelijk diep-tragisch, maar van den anderen kant geeft dat ons zooveel kracht en sterkte als het ooit tot een conflict mocht komen, daar ze overduidelijk bewezen niets, maar dan ook absoluut niets te begrijpen van wat we eigenlijk zouden willen brengen. Hun eenige en enkele criterium is: een film is een kunstfilm wanneer deze gemaakt is naar het werk van een of anderen kunstenaar. Dus bijv. iedere film gemaakt naar een werk van Zola is een kunstwerk. enz.enz. Enfin, je bent spoedig genoeg weer in Amsterdam en is het onderwerp interessant genoeg om nog eens over te praten.

Toen de theaterkwestie ter sprake kwam en wij zeiden zoo veel mogelijk de voorstellingen te willen geven in de bestaande bioscooptheaters, dit door Scholte ook als antwoord op een desbetreffende opmerking van du Mee, maar dat het voor ons in Amsterdam moeilijk was daarvoor een bestaand theater te krijgen nam du Mee het woord. Woordelijk begon hij weer de inleiding af te draaien die hij den bewusten middag in American tegen ons heeft gehouden en hoopte daarna te kunnen constateeren, dat deze middag voor hem de gelukkigste van zijn leven zou zijn. Want hij was alsnog bereid nu zijn theater aan de heeren af te staan voor de door hun aangeboden prijs van fl.50-, zij het dan ook dat hij daardoor groot nadeel had. Maar... dan wilde hij niet optreden alleen als zaalverhuurder, doch wilde ook practisch deelnemen in de Liga en dan in het bestuur zitten en ook medezeggingschap hebben over de samenstelling der programma's. Hij vond het wel goed dat hij dan aan de Liga zou worden toegevoegd als vertegenwoordiger van het bedrijf. Commentaar wil ik er hier niet op geven, anders wordt de brief te lang en zelf kan je wel een conclusie trekken.

15/9/27. Gisteren avond hebben we nog lang vergaderd met Jordaan en van Wessem. Met het blad zijn ook nog allerlei problemen die echter in orde komen. Liga in den Haag is een ‘sof’ wordt ook wel beter. Franken werkt hard in Parijs en zal er wel veel goeds van komen. Verder zijn we het allen en vooral Jordaan het roerend eens, dat du Mee zeer zeker niet voor Liga in aanmerking komt aangezien hij te ‘vies’ is.

Mondeling over alles aan het einde der week meer. Dan schieten we gauwer op.

Met de beste groeten en tot ziens t.t.

Ed. Pelster.

P.S. De meneer in Geldermalsen wil ieder volledig Liga-programma van ons vertoonen tegen een huur van fl 5.- (niet fl 50.-!)

Origineel: Amsterdam, EYE Film Instituut Nederland

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie