Gastvoorstelling Duitse klassieken
Goethe, Torquato Tasso

Naast de onvoldragen Schiller, die in zijn luidruchtige vrijheidsmanifesten meer reden tot verbazing dan tot genieten gaf, is Torquato Tasso het harmonische resultaat van een gerijpt talent. Volkomen binnen de strenge ritmiek van het schijnbaar koele, klassieke drama, schiep Goethe hier zijn gestalten als statige marionetten van het fatum, dat dichter en maatschappij - begenadigde en verstandelijke massa - in onvermijdelijke botsing brengt. Is het niet bijna ondenkbaar, dat dit drama, model van bedwongen lijnen en stijlvolle vorm, afkomstig is van de schrijver van Götz von Berlichingen? De afstand schijnt bijna te groot, om door één persoonlijkheid te worden omvat. Alle hartstocht werd hier tot rustig betoog, dat aan het verzwegen gebaar bijna geen recht doet wedervaren; een eigenlijk speelstuk is Tasso dan ook moeilijk te noemen. Het geeft daarvoor een teveel aan uiteenzetting en laat te weinig over aan het spel, waaraan het temperament van de acteur tekening moet geven. Wat een modern kunstenaar in de spanning van één korte scène zou kunnen samendringen, ontleedde Goethe in mono- en dialogen van een geheel bedrijf. De liefde voor de schone vorm (tussen conceptie en vol-

[p. 98]

eindiging van de Tasso ligt de Italiaanse reis) bezielt de serene kalmte van deze verzen, die geen uitvoerigheid schuwen.

Tekortkomingen in deze opvoering meen ik dus voor een deel zeker niet aan de spelers te moeten wijten. De Tasso van Lothar Muthel was zeker niet evenredig in kwaliteiten met zijn antecedenten; te betwijfelen valt evenwel, of een andere opvatting gemakkelijk te vinden zou zijn. Juist deze figuur toont duidelijk aan, dat dit stuk zich niet in de eerste plaats tot spelen leent. Hetzelfde kan men zeggen van Leonore van Este, die door Marga Reuter met groter sentimentaliteit dan hier vereist werd en zonder overtuigende kracht werd weergegeven; haar zeer opmerkelijke gaven wijzen naar ander terrein. En ook Maria Eis stelde teleur; een enkele maal slechts (het bezoek van Leonore Sanvitale aan Tasso b.v.) vermocht zij herinneringen te wekken aan het geslepen gebaar van vroegere rollen. Ferdinand Asper (Alphons, hertog van Ferrara) en Hans Halden (Antonio) voldeden door ingetogen spel.

 

24 mei 1924

M.t.B.