Liefdelessen van Molière
Een geestdriftig toegejuichte première voor de abonnés van Het Vaderland
De Haghespelers

Het heeft lang geduurd eer den Haag het stuk te zien heeft gekregen, waarmee Ed. Verkade reeds op 1 Aug. te Amsterdam met zooveel succes het seizoen had ingezet. Maar gisteren was er dan eindelijk een stampvolle Schouwburg, door het initiatief van onze Directie bij elkaar gebracht, die de première geboeid heeft gevolgd en de onvermoeibare acteurs met geestdriftig applaus heeft beloond. Wij mogen aannemen, dat het bij deze eene voorstelling niet zal blijven!

‘Liefdelessen van Molière’ is, naar reeds uitvoerig in onze courant werd bericht, een moderne bewerking van Molières ‘L'Ecole des Maris’. Hoe het precies met die bewerking staat, is nog altijd niet geheel duidelijk, maar in ieder geval is het een zeer vrije bewerking, die in het Nederlandsch vlot klinkt, maar ook lang niet vrij is van heerlijke stoplappen. ‘Sjansen’, ‘liberalisme’ en ‘sjappietouwer’ zijn een paar woorden, die ik opgevangen heb en die wel bewijzen, dat er geducht met moderne handen aan den tekst is gewerkt. Hoewel dus aan de eigenlijke Molière-structuur nogal een en ander tekort wordt gedaan, is het resultaat van de moderniseering toch een bijzonder aantrekkelijke comedie van vergissingen en misleidingen, die sterk den nadruk laat vallen op het clowneske element in de situatie. Liedjes verlevendigen het geheel; de ingelaschte droom van Sganarelle, den bedrogen oude, naar het ballet van ‘Le Mariage Forcé’, geeft aan de intrige een soort achtergrond van bespiegeling over jeugd en ouderdom.

Op den inhoud van het stuk behoef ik niet al te omstandig meer in te gaan, aangezien die reeds eenige dagen geleden in het avondblad werd afgedrukt. De handeling draait om den ouden verliefden dwaas Sganarelle, die zich in het hoofd gezet heeft zijn pupil Isabelle te trouwen, en om haar tot dat huwelijk te dwingen een bepaalde ouderwetsche paedagogie toepast, n.l.: achter slot en grendel houden. Het thema is in de commedia dell' arte niet ongewoon en het leidt natuurlijk via vele verwikkelingen tot een met list gesloten huwelijk tusschen Isabelle en haar minnaar Valère, waarbij de oude gek dus bedrogen uitkomt. Sganarelles broer Ergaste is wijzer geweest en heeft zijn pupil Leonore meer vrijheid gelaten, zoodat hij gelukkiger resultaten kan boeken. Want al zet men drie knechts voor de deur van een pupil, en al gaat men er tenslotte zelf ook nog als waakhond bij zitten: een meisje, dat haar zinnen op een ander gezet heeft, laat zich niet dupeeren door welke strenge paedagogiek ook.

Verder is het stuk opgevuld met een onnoemelijk aantal verwarringen, die van den regisseur veel discipline en van de acteurs zorgvuldige studie eischen. In het interview, dat wij onlangs met Verkade hadden, legde hij er den nadruk op, dat hij tooneel, en niets anders dan tooneel wilde geven: geen problemen dus, maar het spel om het spel. Men kan niet anders zeggen, dan dat hij met meerendeels jonge en onbekende acteurs zijn theorie heel knap in de practijk heeft omgezet. Inderdaad herinnerde deze voorstelling van de ‘Liefdeslessen’ in den stijl vaak van Reinhardts ‘Diener Zweier Herren’, waarin ook de poëzie van het pure tooneel-om-het-tooneel zoo duidelijk uitkwam. Al ontbreekt hier een virtuoos als Hermann Thimig, de ‘school’ van Verkade blijkt toch tot veel virtuositeit in staat; er zijn in deze vertooning verschillende rollen, waarvan men het zuivere begrip van dezen stijl zeer duidelijk kan aflezen. En wat Verkade zeker bereikt heeft is: niemand valt uit den toon, het ensemble domineert en kan domineeren, omdat de discipline van den regisseur ook de onbelangrijker personages niet heeft verwaarloosd. Het décor van het Parijsche pleintje was, al is de oplossing van Reinhardt nog ongedwongener, een gelukkige vondst; alles concentreert zich en wordt toch telkens gevarieerd door de openschuivende vakken.

Verkade heeft zelf (al kan men dan ook niet in den allereigenlijksten zin van hoofdrollen spreken) ook als acteur een belangrijk aandeel aan de opvoering. Ik moet zeggen, dat ik hem als regisseur steeds meer gewaardeerd heb dan als acteur, en ook voor deze ‘liefdelessen’ laat ik dat gelden. Ongetwijfeld maakt Verkade van Sganarelle iets aardigs, iets lachwekkends en houterigs, en hij weet het geheel door deze creatie ook zeker bij elkaar te houden; maar ik stel mij deze rol toch fijner, zorgvuldiger voor, minder ‘geïmproviseerd’. Verkade blijft Verkade, als hij speelt, en ook nu bleef hij wat te veel Verkade. Neemt men de rol echter als zuiver komisch element in het stuk, dan kan men er toch tevreden mee zijn.

Peter van Hulzen als Ergaste was zeer te waardeeren. Voortreffelijk in den stijl was ook Adrienne Canivez als het meisje Isabelle, naast de eveneens goed gespeelde Leonore (Tine Medema). Het onontbeerlijke personeel werd pittig opgeknapt door Rob Geraerds en Marijke van Tooren. Arent Hauer gaf een weeken, maar zeer knap gespeelden Valère, die zijn Isabelle zeker waard was. De lakeien, speciaal ter bewaking van de maagd aangesteld, waren in zeer goede handen bij Edwin Thomas, Willem v.d. Loos en Jan Boon. Van de overige rollen noem ik nog den sterk blazenden magistraat van Jacques van Hoven.

Muziek, zang en dans hebben in deze bewerking essentieele beteekenis; het commedia dell' arte-element wordt er door versterkt. Een bijzonder woord van hulde voor de door Steffa Wine ingestudeerde dansen, mag hier niet ontbreken. Het ballet ‘De Droom van Sganarelle’ had sfeer en geest en was technisch goed verzorgd; vooral ook het dubieeren van Sganarelle tusschen de parolen van Salomo en Socrates was een der beste momenten van de als geheel zoo levendige en kleurige voorstelling. Men laat zich door dit soort tooneel weliswaar niet naar metaphysische toppen voeren, maar men heeft er spontaanweg veel pleizier van.

Waarschijnlijk hebben onze lezers er ook zoo over gedacht, want het applaus was na ieder bedrijf en vooral na het laatste buitengewoon hartelijk. Namens redactie en directie van ‘Het Vaderland’ werd Verkade met een krans gehuldigd, terwijl er voor verschillende medespelenden bloemen waren.

M.t.B.