De vaders van Sally
Evolutie sedert ‘De Spaansche Vlieg’
Hofstadtooneel

Menschen, die plegen te zeggen, dat er in de wereld eigenlijk nooit iets verandert, moet men verzoeken eens te gaan kijken naar het blijspel van een zekeren Dion Titheradge, geheeten ‘De Vaders van Sally’. Kent men het onvergankelijke meesterwerk van het Kitschtijdperk, ‘De Spaansche Vlieg’? Alle daarin van het vaderschap beschuldigde personen loochenen dat om strijd. Welnu, in 1935, in ‘De Vaders van Sally’, is dat (dank zij Freud, denk ik, en de uitstoffing van het menschelijk gemoed door de psychiaters) omgekeerd; de drie vaders van Sally willen geen van allen afstand doen van het aanminnige meisje, dat uit de lucht is komen vallen; zij zijn niet meer benauwd voor een echtgenoote, die een pantsercorset draagt en daarom jaloersch is op een buffetjuffrouw van twintig jaar geleden; integendeel, in dit stuk begrijpt de echtgenoote van den eens even misgestapten Sir Thomas Occleve letterlijk alles en zij staat bij voorbaat al met vergeving klaar. Ik schrijf dit wonder toe aan de heilzame werking der psychoanalyse; nóg een generatie van deze geneesmethode, en de onechte of half-echte kinderen zullen zoo weinig meer de aandacht trekken, dat zelfs een vindingrijk man als de heer Dion Titheradge met zijn onuitsprekelijken naam er geen stof meer in zal vinden om er een comedie van te maken; de zedenmeesters en de hypocriete vitters op andermans levenswandel zullen compleet tot het verleden behooren en.... maar ik sla door; het was alles slechts tooneel....

In ieder geval: Sally komt verwaarloosd uit de lucht vallen bij een zeer netten arts, dr Hugh Perryn, die haar vader.... zou zijn; later blijkt deze natuurwetenschappelijke constateering toch nog onjuist, maar dan is Sally al een echte lady geworden (voor het gemak wonderbaarlijk snel, de psychologie van het ‘Pygmalion’-procédé zou den heer Titheradge te hoog zijn gegaan) en als de derde vader ook nog op de proppen komt, is men al bereid niets meer voor onmogelijk te houden. Blumenthal & Kadelburg, Arnold & Bach worden met Engelschen humor en decentie geëvenaard, zoo niet getroefd. Men moet het maar gaan zien, als men van een dergelijk lachwerk houdt in een vlotgespeelde vertooning. De auteur verstaat zijn vak wel en het heele geval heeft een smakelijken dialoog en niets om het lijf.

Onder de drie vaders van Sally munt Dirk Verbeek uit als de dokter door zijn algemeen bekende gentleman-figuur en een ditmaal iets te nauwe tennispantalon, terwijl Anton Roemer een genoeglijken reservevader typeert en Johan Elsensohn, der Dritte im Bunde der Väter, den aanvullenden bruut met onverzadiglijke geldzucht hoogst amusant vertolkt. Sally zelf is Annie van Duyn, die het er ook zeer goed afbrengt en aan de rol de noodige kleur geeft; dat de verwaarloosde opvoeding van het natuurkind niet erg waarschijnlijk wordt alleen door een paar woorden als ‘gooser’ en ‘mieters’ is maar goed ook, want anders had men de metamorphose in dame niet geloofd. Fie Carelsen speelt met veel charme de begrijpende echtgenoote van den reservevader en maakt er werkelijk iets menschelijks van; Joekie Broedelet als de koele verloofde van vader no. 1 en Bets Ranucci - Beckman als haar moeder zijn ook zeer waardeerbaar (van de laatste is ook de regie). Ten slotte schudt Theo Frenkel den voor de goede harmonie noodzakelijken a.s. echtgenoot voor Sally zoo maar uit zijn mouw.

Zoodat er zeer veel werd gelachen en het talrijke publiek stevig klapte. Er waren o.a. bloemen voor Annie van Duyn en Fie Carelsen.

M.t.B.