Kurhaus-cabaret
Het tweede programma
Tatjana Barbakoff danst

De warmte gaat Scheveningen bevoordeelen, maar nu klaagt Louis Davids in zijn conférence over diezelfde warmte, waaraan Scheveningen zijn bestaan dankt! Wat moeten wij ervan denken? In ieder geval, het was gisteren niet zoo vol als men het in het basiliekje van den kleinen man gewend is, en voor Louis Davids moeten wij dan maar weer hopen, dat het gaat regenen. Zijn tweede programma levert goeds genoeg op voor een pleizierigen avond, al ontbreekt ditmaal een ster van de grootte van Dora Gerson. De lichte muze concentreert zich ditmaal voornamelijk op het luchtiger chanson. Gaby Ehrhardt, een Hollandsche, opent het programma met Engelsch en Nederlandsch; zij zingt voor een debutante (vermoed ik) met durf, maar mag zich nog niet volleerd achten. Daarna hoort men een vermakelijken Italiaan, Wicco Fabri, die zichzelf op de gitaar begeleidt, en zich in diverse talen over de liefde uitlaat. Else d'Heureuse (in wie men niemand minder dan Else Grassau meent te herkennen) laat zich bij haar verdienstelijke, zij het ook wat sterk dramatisch geaccentueerde liedjes begeleiden door Margie Morris, die zelf na de pauze een paar alleraardigste Engelsche dingetjes ten beste geeft met haar welbekende en innemende distinctie.

Voorts geniet het programma de eer van het optreden van de Russisch-Mongoolsche danseres Tatjana Barbakoff, over wier kunst ik reeds geschreven heb bij haar opmerkelijken eersten dansavond in den Princesse-Schouwburg. Voor deze gelegenheid geeft zij natuurlijk haar zeer toegejuichte ‘Five O'clock Tea’ en ook de geestige ‘Roddelende Vrouwen’ ten beste.

Bijzonder de moeite van het vermelden waard zijn ook de virtuose vingeroefeningen van den ‘danser’ George Andre Martin, die het voorkomen van een geleerde verbindt met de handigheid van een zakkenroller.

Louis Davids laat zich ditmaal als conférencier bijstaan door Harald Horsten, die het er zeer behoorlijk afbrengt, zonder overigens zijn collega in deze moeilijke branche te evenaren. Davids zelf is even brillant als altijd; hij heeft zich een nieuw overhemd met een das in hetzelfde dessin aangeschaft, die zijn uiterlijk ten overvloede nog eens opfrisschen, en creëert o.a. een devaluatie-hymne, die begint met een genealogie van het betaalmiddel. Een echte zang van Louis Davids, die een verdienstelijk begeleider vindt in den ‘bleeken, maar belangrijken’ Cor Lemaire.

De schets ‘Hermannetje is overspannen’, met Davids als zenuwlijder (hij speelt die rol niet veel minder fantastisch dan Joh. Kaart!), besluit het programma, dat de warmte toch wel zal trotseeren.

M.t.B.