Komediespelen
Een pittig blijspel van Broedelet
Bij het Hofstadtooneel

De tooneelgezelschappen schijnen er tegenwoordig op uit te zijn om het publiek in te lichten over de geheimen van het tooneelleven (schijn) en het werkelijke leven in hun onderlinge verhouding. Het Centraal Tooneel kwam met ‘Oude Liefde’, een stuk, waarin het probleem van de twee werelden van het standpunt van den tooneelschrijver werd gezien; den tooneelschrijver, die zijn leven meent te dirigeeren en die toch door het leven zijn rol voorgeschreven krijgt. Nu brengt het Hofstadtooneel de première van een blijspel van Joh. W. Broedelet, dat den tooneelspeler als centrale figuur heeft; den tooneelspeler, die door de ‘groote rol’ aan zijn leven voorbijgaat, terwijl hij meent het langs den weg van tooneeltrucs te beheerschen; den tooneelspeler, die alle gebaren uit zijn hoofd kent of, als hij ze nog niet uit zijn hoofd kent, ze instudeert, tot hij de volmaakte mr Brown is.... d.w.z. de volmaakte leege opperhuid van zichzelf. Hij heeft alles tot gebaar gemaakt, hij maakt zijn medemenschen tot een deel van zijn rol bezetenheid (terwijl zij toch ook gewone menschen blijven, en door die tweeslachtigheid voortdurend zijn wat zij niet zijn), hij is zelf tenslotte de slaaf van den man, dien hij in het stuk moet creëeren en brengt zijn vrouw en zijn collega in elkaars armen, terwijl hij bezig is te lachen om de afgezaagde cliché's, waarin de.... werkelijkheid zich af.... speelt. Heeft hij nu de werkelijkheid overwonnen, of overwon de werkelijkheid hem?

Zooals men ziet, weer een gegeven voor Pirandello; maar Broedelet heeft van dat gegeven een voortreffelijke comedie gemaakt die nauwelijks onderdoet voor ‘Oude Liefde’ (nauwelijks: want het slot, hoewel voor de zaal uitstekend, is bij Broedelet een truc en bij Raphaëlson, den auteur van ‘Oude Liefde’, ook psychologisch verantwoord). De drie bedrijven van ‘Komediespelen’ zijn stuk voor stuk boeiend, geestig en vrijwel zonder leege plekken; tot het laatst toe bewaart Broedelet verrassingen, en gooit hij de kaarten weer door elkaar. Buitengewoon verdienstelijk is het telkens wisselen van werkelijkheid en rol, van mensch tot acteur, volgehouden; de toeschouwer voelt zich ieder oogenblik misleid, en laat zich toch het volgend oogenblik opnieuw misleiden. Naarmate de tooneelspeler George Loward zijn groote rol van mr Brown meer gaat beheerschen, wordt zijn vrouw Jane hem (tegenstribbelend, maar wat is er aan te doen, wanneer het tooneel de werkelijkheid uitzuigt!) meer en meer ontrouw, en wordt de vriend. Francis Tillinger, meer en meer meester op het terrein, dat George zoo meesterlijk met zijn spel verovert.... in het tooneelstuk, dat aan zijn leven de werkelijkheid meer en meer ontneemt. Hoewel Broedelet zich aan de gewone blijspel-paradoxen houdt, en ook aan den blijspel-inzet; den man, de vrouw, den vriend, is hij er toch stellig in geslaagd, zijn stof boven de banale conflictjes uit te trekken; het stuk heeft een tintelenden dialoog en een pakkend tempo; en had, zooals reeds gezegd, de auteur het zich op het eind niet wat al te gemakkelijk gemaakt door.... maar dat zal ik niet verraden, omdat het, zooals het is, toch heel aardig is, dan zou men hem als schoolmeester een 10 geven voor het vak blijspel. Nu 9 +.

De qualiteiten van een en ander vallen te meer op, omdat er slechts drie personen op de planken staan; men heeft werkelijk genoeg aan deze drie, en verlangt niet naar een aanvullenden butler of een komische tante. Bets Ranucci-Beckman zorgde voor een snelle, pittige vertooning, die aan speltempo niets te wenschen overliet. Dirk Verbeek is hier in zijn element als George Loward; een rol, die hem perfect ligt, en waar hij alles uithaalt, wat er in zit; hij is, behalve de rol van Broedelet, ook nog de rol, die hij evenmin is als de rol die hij is. Ik hoop, dat men er een touw aan kan vastknoopen, maar in ieder geval heeft Verbeek een besten avond. Ook Fie Carelsen als een nerveuse en verdeelde Jane is uitstekend, en eveneens steeds op de grens van twee levensstaten; Paul Steenbergen speelt den vriend zeer vlot en aannemelijk, al is uit dezen Tillinger bepaald nog wel iets meer te halen.

De première werd een zeer overtuigend en verdiend succes; na de bloemen verscheen eindelijk ook de schrijver ten tooneele om het applaus mede in ontvangst te nemen.

M.t.B.