Jodjana naar Frankrijk
Hij zal een dansschool vestigen te Vergoignan
Welke beginselen aan het onderwijs ten grondslag liggen

Zooals wij reeds hebben meegedeeld, gaat de bekende Indische danser Raden Mas Jodjana binnenkort ons land verlaten, om zich metterwoon in Frankrijk te vestigen; a.s. Zondag geeft hij een afscheidsavond in Diligentia.

Naar aanleiding van Jodjana's vertrek hebben wij hem verzocht ons iets naders te willen meedeelen over zijn toekomstplannen. Algemeene geruchten hadden wij daaromtrent wel gehoord, maar het juiste was ons niet bekend. Raden Mas en Raden Ajoe Jodjana stonden ons met groote bereidwilligheid te woord, zoodat wij in staat zijn eenige bijzonderheden te vertellen over de dansschool, die zij in het Château de Vergoignan gaan openen. Deze dansschool wordt gevestigd op een landgoed, dat vroeger een Seigneurie was en toebehoorde aan den comte de Perpignan; het château ligt tusschen de Landes en de Pyreneeën en biedt een voortreffelijke accommodatie voor dansonderricht.

‘Het château’, aldus de heer en mevr. Jodjana, ‘is ons voor ons onderwijs tijdelijk afgestaan door een Nederlander, die het tijdens zijn afwezigheid gaarne in vertrouwde handen wil weten en voor ons streven sympathie voelt. De inrichting is voortreffelijk voor ons doel geschikt; er zijn ruime zalen en er is (wat voor dansers veel waard is) een uitstekende waterinstallatie.

‘De school is gebaseerd op een door ons gevonden bewegingsleer, die uitgaat van een bepaalde grondbeweging. Deze grondbeweging is overal, waar scheppend leven is, en alles wat leeft en beweegt, is in deze groote grondbeweging gebed. Wij beschouwen dus het rhythme van het lichaam als een geheel; iedere afzonderlijke beweging is daarin een ondergeschikt moment.

‘Het is niet alleen het maken van een beweging dat van belang is, maar in de eerste plaats de zin ervan. Zoodra beweging (en ook dansrhythme) wordt gemechaniseerd, wordt zij zuiver formeel, er onstaat een onnauwkeurige conventie; de dans ontaardt, zooals de dagelijksche beweging van het lichaam in onze maatschappij is ontaard. Dansonderricht is dus ook persoonlijke opvoeding; het scheppend rhythme moet worden vrijgemaakt, ieder mensch moet voor zijn levensuitdrukking zijn eigen stijl vinden. Wij hopen door ons onderwijs in deze richting vooral iets te kunnen doen.’

Geen speciaal onderwijs in Javaansche dans.

- Dus uw school zal zich niet beperken tot den specifiek Javaanschen dans?

‘Neen. De Javaansche dans wordt niet onderwezen, behalve aan Oosterlingen, voor wie hij een natuurlijke verwerkelijking is van een eeuwenoude cultureele erfenis. Een Europeaan kan den Javaanschen dans niet tot een persoonlijk bezit maken, omdat hij de cultuur, die daarvoor voorwaarde is, niet klakkeloos kan overnemen.

‘Het hoofdvak aan onze school is bewegingsleer, waaruit de andere vakken organisch voortkomen. Bewegingspaedagogie speelt daarbij natuurlijk een groote rol, en ook heilpaedagogie. Wij hebben ontdekt, dat het principe van de grondbeweging en het opvoeden tot de juiste toepassing van dat principe allerlei rhythmische storingen opheft, en daarmee allerlei storingen in de functies. Wij gaan echter, in onderscheid met Mensendieck, uit van een aesthetische werking van den vorm. Zooveel mogelijk moet de beweging natuurlijk, d.w.z. intuïtief worden; de intellectueele inmenging, het bewust “willen” van bepaalde bewegingen, staat de realisatie van de echt-persoonlijke uitdrukking in den weg’.

- Kunt u ons nog eenige bijzonderheden meedeelen over de inrichting van uw onderwijs?

‘Wij werken samen met twee assistenten, terwijl er voor het ballet een speciale kracht komt. Ook het ballet zal echter verband houden met ons algemeene bewegingsprincipe; geen expressie mag los staan van den gedansten inhoud. Ook aan de verhouding van dans en begeleiding zullen wij speciale aandacht schenken. Zij behooren bij elkaar, zijn beide tijdsexpressie (expressie niet van den mechanischen, maar van den dynamischen tijd).

Wij zijn er ons van bewust, dat ons streven slechts een begin is; maar de resultaten, die wij al bereikt hebben, stemmen ons tot optimisme voor de toekomst.’