Job heeft geduld
Blijspel van George Barr
Gezelschap Jan Musch

De held van dit blijspel is niet de bijbelsche figuur, wiens tragedie nog zoo modern aandoet (zie ‘De Grauwe Vogels’ van Arthur van Schendell), maar een moderne grijsaard van 83 jaar, die uit den oertijd van het gezellige familieblijspel schijnt te stammen. De oom, die bij zijn verarmde neefje en nichtjes binnenvalt, op weg om een geheimzinnigen inhoud van zijn koffer voor een stevig bedrag te verkoopen, maar daarin door allerlei ups and downs regelmatig belemmerd.... dat is Job, zooals de auteur van deze comedie, hem in het geheel niet oud-testamentisch, ziet. Hij is de hoofdpersoon van een intrige, waaraan nu letterlijk niets mankeert: de brave nicht en neef zijn heel braaf, de egoïstische tweelingen zijn meer dan egoïstisch, tot zij door ‘het leven’ tot betere ideeën bekeerd worden; een flinke ingenieur dingt naar hand en hart van het engelachtige nichtje, maar zij wil zich opofferen voor oom Job, den oudsten der Bensons, die zijn geheimzinnigen kofferinhoud maar niet kwijt kan en zoolang armoe lijdt. Maar alles komt ook ditmaal terecht, al dreigt een booze tante oom Job ontoerekenbaar te laten verklaren; Job blijkt wel wis en drie goed bij, en de inhoud van den koffer komt ook terecht met al het andere, voor 30.000 dollar....

Een ouderwetsch lachstuk, van de soort, die men reeds door den tijd uitgeroeid dacht; maar één met de absolute lach-garantie voor degenen, die een avond uitgaan om te lachen. Het soort is zoo compleet, dat men een oorwurm zou moeten zijn om niet mee te lachen.

Het stuk drijft natuurlijk voornamelijk op Jan Musch, die met een lorgnet achter zijn oor een fraaien oom Job ten beste geeft, van de structuur, die alleen een Amsterdammer zoo uit den chaos tot vorm weet te brengen. Hij heeft daverend succes, en het publiek haalt de woorden ongeveer uit zijn mond. Naast hem zien wij het gezelschap verdienstelijk in actie; Jeanne van Rijn, Mary Smithuysen en Mieke Flink-Verstraete zijn de nichtjes, Theo Vink is de neef, in wiens belangen oom Job nog laat op den avond op het oorlogspad tijgt. Lize van der Poll-Hamakers is een echte blijspeltante, Adolphe Hamburger een hartveroverend ingenieur; Valk van Spiegel en Van Staalduynen verzorgen een paar kleine rolletjes.

De voorstelling was voor een volle zaal een avond om te ‘schudden’; Musch werd hartelijk toegejuicht.

M.t.B.