Nieuwe uitgaven

Leo van Breen, Een reis per Leunstoel (Boucher, 's-Gravenhage 1935).

Een bekend criticus heeft volgens het prospectus, dat dit bundeltje gedichten vergezelt, over de verzen van Leo van Breen dit gezegd:

‘Het is minder gemakkelijk om te vertrekken uit deze wereld, dan om er uit te willen vertrekken. Menigeen vindt het onaangenaam onder de vooroordeelen en dwangvoorstellingen van de officieele menschheid te leven, maar hij is aan handen en voeten gebonden aan dien medemensch, die overal is, ook waar men de “andere wereld” of de eenzaamheid vermoedt.

 

Dus is tevredenheid het beste?

Het bundeltje van Leo van Breen, “Een Reis per Leunstoel”, spreekt op een open en helderen toon van dit groote probleem van het individu in zijn samenleving. De dichter wil weg, maar hij kan niet weg, en dat beseft hij ten slotte zelf. Het “ou peut on être mieux qu' au sein de sa famille?” krijgt hier dus een zeer bijzonderen klank van scepticisme, gemengd met spontane aanvaarding van de goede dingen der aarde’.

 

Dit lijkt mij niet zoo onjuist gezegd; maar uit deze definitie van Van Breens talent blijkt alleen niet, dat hij onder een waarlijk demonischen invloed van Greshoff staat bij zijn poging om weg te gaan zonder weg te kunnen. Zoo sterk is hier die invloed, dat men nauwelijks aan opzettelijk plagiaat kan gelooven; Van Breen is een dubbelganger, een aflegger, een parasiet van Greshoff, maar hij zou hier en daar Greshoff zelf kunnen zijn, zoozeer heeft hij zijn meester ingeslurpt. Er kunnen echter op de wereld onmogelijk twee Greshoffs bestaan, en dus zal Van Breen aan zijn eigen naam moeten vasthouden. Moge hij dientengevolge ook een eigen stijl vinden! Dichterlijke begaafdheid ontbreekt hem niet.

M.t.B.