Barcelona en emigranten

Albert Helman, Aansluiting Gemist. (Nijgh en van Ditmar, Rotterdam 1936)

In een vorig boek had Helman het leven van een Zuid-Amerikaanschen dictator tot onderwerp gekozen; een gegeven, dat ongetwijfeld zeer boeiend was, maar den auteur min of meer boven het hoofd groeide. In zijn nieuwen roman blijft Helman dichter bij huis, ook letterlijk; want hij woont sedert jaar en dag in de omgeving van Barcelona, de plaats, die hij in ‘Aansluiting Gemist’ als centraal punt heeft genomen. Het is de stad, die het boek beheerscht en dat maakt ongetwijfeld, dat men ‘Aansluiting Gemist’ met veel meer instemming kan lezen dan ‘De Dolle Dictator.’ Reeds aan zuivere reportage bevat het veel interessants; en wat de psycholoog Helman tekort schiet, vergeet men ditmaal wel eens door het met overtuiging beschreven ‘naakte’ materiaal.

Barcelona is hier de stad der uitgeweken Duitschers; menschen dus, die hun vaderland hebben verloren, maar niet de mogelijkheid in zich hebben, zich bij hun nieuwe woonplaats aan te passen, laat staan er in op te gaan. Ook onderling zijn zij geenszins eendrachtig; het feit der emigratie is voor hen meer toeval dan werkelijk bindend noodlotsfeit; of beter gezegd: het noodlot, dat hen verbindt, is ook het noodlot, dat hen scheidt. Achtereenvolgens teekent Helman verschillende typen van deze emigratie; enkele voorbeelden uit de duizenden levens, die op een vreemde kust zijn aangespoeld. Men herkent ze, ondanks het feit, dat Helman als psycholoog maar een matig talent bezit: den professor, die in de Somorrostro (de wijk der dakloozen) zijn heil heeft gezocht, den tot niets doen gedoemden arts Hornemann, die na een consult tot een amourette met zijn gastvrouw komt, den zieledokter, Hahn, die met bepaalde handigheden voorziet in den strijd om het bestaan door snobisme en cultuurziekten. Het verhaal is in dit geval van minder belang. Dat het boek begint en eindigt met een hengelpartijtje van professor Baruch, waarbij het laatste moet dienen om Baruch een meisje te laten ophalen, dat door de emigratie in den dood is gejaagd, doet aan als een opzettelijk geromanceerde historie; de slang moet zichzelf in den staart bijten, de eindeloosheid en doelloosheid der emigratie moet op deze manier worden gesymboliseerd.

Aangezien Helman ditmaal geput heeft uit het leven om zich heen, is hij met zijn ‘Aansluiting Gemist’ over het geheel echter veel gelukkiger geweest dan met vorige romans, waarin hij zijn fouten tot zijn stokpaardjes scheen te willen verheffen.

M.t.B.