Van de leestafel

Job Steynen, Muzenkeuken. (Brusse, Rotterdam 1938).

Ook Job Steynen behoort tot de z.g. principieele humoristen, d.w.z. tot de auteurs, die blijkbaar opzettelijk humoristische boeken kunnen schrijven; maar hij heeft meer goeden smaak dan de heer Van Casander, auteur van een meesterwerk ‘Lawijt om Vera’, dat ik hier onlangs mocht aankondigen. Toch is het mij niet goed mogelijk dezen humor naar waarde te schatten, want ik vraag mij voortdurend af, welke soort ernst hier op den achtergrond staat. Zoo'n verhaal van schilders, die erg onmaatschappelijk zijn (en doen), waarvan er een zich een tijdje dood houdt om op die manier de aandacht te trekken.... het is allemaal zoo geweldig humoristisch, dat men er voor moet gaan zitten. Ik vermoed, met dr Bierens de Haan, die een kort inleidend woord heeft geschreven voor ‘Muzenkeuken’, dat Job Steynen eigenlijk een gevoelig mensch is; maar dan één, die een splitsing in zichzelf teweeg heeft gebracht tusschen den humor en den ernst, om zoodoende beide gescheiden te kunnen beoefenen en niet over de aller ernstigste dingen des levens behoeven na te denken. Vandaar, dat de ernst, dien men in dit komische schildersverhaal aantreft, sterk doet denken aan sentimentaliteit. Daar moet men maar snel overheen lezen.

M.t.B.