E.J. van der Brugh
aan
Menno ter Braak

Tiel, 16 april 1935

Tiel, 16/4 '35

Amice Menno

Eindelijk heb ik de afdrukjes ontvangen, waarvan ik je er een opstuur. En ik doe er de kroniek maar bij, al zal je dit misschien niet zoo interesseeren. Je weet al van te voren, uit welken hoek de wind waaien zal, als ik begin te praten of te schrijven. Maar dat geldt wederzijds. De geest spreekte vele talen. Ik voeg er in gedachten aan toe, dat er ook een taal der gemoedelijkheid is, en een der psychologie, enz. en dan ook nog de taal der wijsheid, en dat is dan de taal, waarvan ik mij bedien. Alles laat zich [woord onleesbaar], dat is in zekeren zin het vermakelijke in de wereld. Rochefoucauld heeft gezegd: qui vit sans folie, n'est pas si sage qu'il croit. We kunnen voor folie lezen: hobby. Maar dan valt weer op te merken, dat het de kunst is de ware hobby te kiezen... De eeuwige cirkelgang!

Je familie hier heeft mij en de mijnen door een heele moeilijke week heengeholpen. Hano heeft longontsteking, en het was heel erg. Je oom Jan en je neef Jan kwamen beiden 3x daags en nog. Maar nu gaat het beter. - Dit zijn de menschelijke wederwaardigheden, die men philosophisch in een bepaald hokje kan onderbrengen. Maar ‘als het u overkomt’ om met Job te spreken, dan maak je heel wat door. En dan is een medicus ?at??? a??? p????? a?ta???? a????...

Besten groet ook aan je Vrouw.

t.t.

vdB

Origineel: Den Haag, Letterkundig Museum

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie