Elisabeth de Roos
aan
Menno ter Braak

Voorburg, 28 september 1927

28.IX-27

Beste Menno,

Ik hoop, dat je mij nu nog eens een persoonlijke raad wilt geven. De toestand in de liga is op 't oogenblik zoo: van Duyn wist gister, toen ik hem opbelde, niet, hoe het met kaarten drukken zat, want hij had Zaterdagmorgen de drukker met prijsopgaaf naar Alex de Jong (penningmeester) gestuurd, en daarna wist hij niets meer. Willink en hij, die elkaar dagelijks spreken, (W. vertaalt teksten bij Loet C. Barnstijn) hadden elkaar nog geen vindingen over de bioscoophuur meegedeeld, die Willinks chapiter is. Ik belde W. dus ook op; die had wel alle mogelijke menschen opgebeld, maar door de bioscoopbeurs waren de directeuren er niet. Dus ook daar nog geen zekerheid. Van de voorzitter niets meer. Dit alles, nadat ik na de vergadering naar huis ging met het idee dat althans die convocaties zouden uitgaan.

Het is natuurlijk waar, dat W. en v.D. als eerzame huisvaders het erg druk hebben om een schamele bete broods etc., en de zaalhuur is hier werkelijk niet makkelijk, maar ondertusschen is het bijna 1 Oct. en zij hebben klaarblijkelijk nog geen premiérekoorts. Het komt er nu voor mij maar op neer, of ik eruit zal gaan vóór een definitieve échec of niet?

Het is zoo ellendig, en ik die van te voren hoog opgaf over het slechte voorbeeld van [onleesbaar], zit nu zelf in net zoo iets!!

Wat vind je? Het is in den regel natuurlijk onfatsoenlijk om ergens uit te loopen vóór het definitief al of niet op pooten staat, maar je begrijpt toch ook, dat ik hier zelfs nog geen tiende deel van de verantwoordelijkheid kan dragen. Ik gaf van Duyn Vrijdagavond een kant en klare tekst voor convocatie op een papiertje in handen; alleen datum en zaal nog in te vullen. En drie dagen later heeft nog niemand naar de prijsopgaaf geïnformeerd.

Vanmiddag in den Haag wil van Eesteren me spreken, maar ik ben ook werkelijk niet meer gerechtigd of in staat om hem de zaak nog aanlokkelijk voor te stellen. Ik kan alleen zeggen, dat het eruit ziet als een verloren zaak en dat het misschien nog een kansje heeft als hij er dictator in gaat spelen.

Ik had gisteravond willen probeeren of je in American was, maar Rika Hopper was pas om twee uur uit. Laat me eens hooren wat je denkt, dat ik doen kan? Ben eventueel tot kwart over elf opbelbaar in Hotel Boston Leidschekade.

Dan nog iets. Dank je voor je uitnoodiging, maar zooals ik al vreesde, moet ik juist Zaterdag naar Brussel. Ik moet er een stuk zien en door allerlei omstandigheden is er niets aan te verzetten. Het spijt me erg, juist met de triomfantelijke opening.

Maar nu zou ik het bovendien jammer vinden, als door mij de R'dammer de reclame miste. Ik bel dus vanmorgen Kouwenaar op, om af te spreken dat jij of Dick erover schrijven kunnen. Regel jij dat dus met Dick. Als je 't 's avonds schrijft, kan het misschien tusschen half elf en half een getelefoneerd worden naar het ochtendblad. Anders voor maandagavond. Je belt kruier Muyderman op om de copie te laten halen waar je bent, en naar het kantoor te brengen. Het stuk komt dan onder ‘Amsterdam’. Dit alles geldt natuurlijk alleen, als je er aan hecht, dat er in de R'dammer over geschreven wordt. Anders hoef je 't voor mij niet op te knappen. De volgende keer zal 't mij een feest zijn!

Dag, Bep

Excuseer het schrift, ik heb net genachtwaakt over m'n recensie en ben nu in haast voor de kruier!

Origineel: Amsterdam, EYE Film Instituut Nederland

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie